zaterdag 27 december 2008

Perdu houdt kerstreces tot Gedichtendag

De Avondenprogrammering van Perdu ligt (zo als te doen gebruikelijk in deze periode) eventjes stil, en wel tot donderdag 29 januari 2009. Dat is weliswaar geen vrijdagavond maar daar kunnen wij niks aan doen. In de tussentijd is de poëzieboekhandel van Perdu gewoon geopend (klik voor openingstijden hier)

Op 29 januari starten we het tweede deel van het seizoen met de 31 + 31 Dichtersmarathon, dat is een programma wat Perdu in 2009 voor de vierde keer gratis aanbiedt aan het publiek, en wel ter opluistering van de Gedichtendag.


31 + 31 Dichtersmarathon

Met: Mischa Andriessen, Jan-Willem Anker, Robert Anker, Erik Bindervoet, Pieter Boskma, Floor Buschenhenke, Sofie Cerutti, Daan Doesborgh, Hélène Gelèns, Piet Gerbrandy, Amarantha Groen, Elma van Haren, Krijn Peter Hesselink, Rozalie Hirs, Sylvia Hubers, Gert de Jager, Frank Keizer, Onno Kosters, Adriaan Krabbendam, Marc Kregting, Arthur Lava, Peter van Lier, Lamia Makaddam, Lieke Marsman, Nanne Nauta, Ester Naomi Perquin, Martin Reints, Jeroen van Rooij, Toon Tellegen, Han van der Vegt en Nachoem Wijnberg.


Na afloop fluisterdisco met DJ Dorps

HET WORDT AANBEVOLEN VOOR DE DICHTERSMARATHON TE RESERVEREN


Dat poëzie niet moeilijk is, bewijst Perdu jaarlijks op Gedichtendag. Niet door zich op die dag te beperken tot de eenvoudigste poëzie, maar juist door de poëzie in al haar diversiteit aan te bieden op een manier die vooral de nieuwsgierigheid prikkelt. Podiumbeesten en prevelaars, anekdotici en hermetici, vaklui en avonturiers, groentjes en grijsaards: ze staan naast elkaar en door elkaar op deze vierde editie van de 30 + 30 Dichtersmarathon. Zestig zeer uiteenlopende dichters komen in ongeveer tweeënhalf uur in een onverbiddelijk ritme voorbij.

Het concept is uitermate eenvoudig: dertig Nederlandse dichters lezen elk drie gedichten voor: twee van henzelf en één van een zelfverkozen collega uit het buitenland. Bij het voorlezen wordt de poëzie niet onderbroken door aan- of afkondigingen, bio- of bibliografische informatie of entr’acts en intermezzos. Zo kan de aandacht van de luisteraar zich volledig op de poëzie zelf richten, die zich aan hem presenteert als een constante stroom in een onverbiddelijk ritme van ruim tweeënhalf uur.

Wiens aandacht toch even verslapt, haakt zo weer aan bij de eerstvolgende dichter. Bovendien zet Perdu de traditie van de simultane marathonpublicatie voort. Na vorig jaar bij Prometheus een bloemlezing te laten verschijnen (die nog steeds besteld kan worden door een mail te sturen naar perdu@perdu.nl), werkt Perdu dit jaar samen met het interdisciplinaire webzine Blue Turns Grey. Na afloop van de Dichtersmarathon is daar een groot deel van de gelezen gedichten terug te lezen, waarbij steeds het buitenlandse gedicht gepaard is met het gedicht van zijn kiezer.
Een uitstekende gelegenheid om je onder te dompelen in poëzie uit Nederland en de rest van de wereld.


Let op: Afwijkende aanvangstijd: 19.45 uur; zaal open: 19.00 u.
Reserveren door hier te klikken.

donderdag 25 december 2008

Recensie: Sake van der Wall over "Project(s) for the New America: Emerson, Ives, Cavell"

Op 19 december organiseerde Perdu het programma "Project(s) for the New America: Emerson, Ives, Cavell". Deze avond werd bezocht door Sake van der Wall. Hij schreef er de volgende recensie over:


" Zes maanden geleden vroeg een vriendin me een column te schrijven over de Verenigde Staten, voor haar journalistieke project In Search of Americans. Ik zegde mijn medewerking toe, maar inmiddels zijn we een half jaar verder, is Obama gekozen, heeft de kredietcrisis de beurzen doen kelderen en is naar buiten gekomen dat ene meneer Madoff de wereld voor meer dan veertig miljard dollar heeft opgelicht – en mijn stukje is nog steeds niet af.

Waarom kon ik geen column over de Verenigde Staten schrijven? Natuurlijk had ik het heel druk met van-alles-en-nog-wat, maar daarnaast speelde mee dat ik nog nooit in de VS was geweest en het me tegenstond om vanuit mijn bureaustoel allerlei clichés te herkauwen over de oppervlakkige Disney-ziel, de arrogantie en allerlei andere mooie en minder mooie kanten van het land aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.

Vast staat echter dat de VS blijven fascineren. De gemiddelde Nederlandse hoogopgeleide spendeert meer tijd aan het volgen van een verkiezing waarbij hij niet mag stemmen dat aan zijn eigen parlementsverkiezingen. En je hoeft de televisie maar aan te zetten, een electronicawinkel binnen te stappen, of een studiegids open te slaan en je wordt overspoeld met allerlei Amerikaanse programma’s, uitvindingen, producten en ideeën.

Waar komt eigenlijk die fascinatie voor dit Wilde Westen vandaan? Dat vroeg ik me afgelopen vrijdag af in Perdu, tijdens de avond Project(s) for a new America: Emerson, Ives, Cavell. De titel verwijst naar een The project for a new America dat in de jaren negentig is opgericht door een aantal neo-conservatieven die later in de Bush regering zaten. Ze vonden dat Amerika een missie had: namelijk, zo nodig met militaire macht, de vrijheid in de wereld vergroten. Ruim een decennium later weten we waarop dit is uitgedraaid. Maar nu we aan de vooravond van een nieuw tijdperk in de Amerikaanse politiek staan, is het goed om na te gaan op wat voor ideeën over Amerika dit project is gestoeld. De drie namen in de titel van de avond verwijzen allen naar een cultureel-intellectueel figuur die zich met een funderingsmythe van de Verenigde Staten heeft bezig gehouden. Dit idee van wat Amerika moet zijn, kwam het sterkst naar voren in de lezingen over de filosofen Stanley Cavell en Ralph Waldo Emerson van respectievelijk Asja Szafraniec en Lucas Hüsgen.

Hüsgen betoogde dat de ideeën van de conservatieve kliek rond Bush overeenkomsten hebben met die van Emerson in zijn essay Heroïsm. Volgens Emerson is de ware held diegene die met de wapens opstaat tegen het kwaad, en zo overtuigd is dat hij handelt voor ons aller zieleheil dat hij niet van zijn missie is af te brengen. Klinkt bekend. Daarom zou Emerson de inval in Irak misschien ook wel hebben goedgekeurd als ‘een moment dat Amerika als Amerika definieert’. Ironisch genoeg baseert Emerson zich in zijn essay deels op de profeet Mohammed, aan wie hij het motto ontleende: ‘Paradise is under the shadow of swords.’ Dit autistische, messianistische denken verdwijnt echter niet uit de politiek nu Bush het Witte Huis verlaat. Volgens Hüsgen klinken dezelfde elementen van Emersons gedachten door in de stijl en de ideeën van Barack ‘Yes, we can’ Obama. Hüsgen: ‘De idee van de Jihad is Amerika niet vreemd.’

‘Amerika bestaat alleen maar in zijn ontdekking’, zei Szafraniec. ‘Wel kennen we de mythes over wat Amerika is, maar Amerika zelf kennen we niet. De ware ontdekking van Amerika heeft dus nog niet plaatsgevonden.’ Ze legde hiermee uit dat volgens Cavell de idee Amerika geen vastomlijnde betekenis heeft. Wat Amerika kan zijn hangt af van de betekenis die we aan het begrip geven, van de manier waarop we het woord gebruiken. Eén van de mythes van Amerika is volgens Cavell wel dat het de belofte in van vrijheid inhoudt.

De meest bijzondere bijdage van de avond was van Samuel Vriezen. Hij vertelde bevlogen, maar enigszins chaotisch over de componist Charles Ives over wie de mythe bestaat dat hij ‘in de betrekkelijke isolatie van de achterlijke, hoofdstedelijke muziek een nieuwe, Amerikaanse muziekstijl heeft gecreëerd.’ Vriezen vertelde over het leven van Ives, plaatste wat kanttekening bij de mythe, zonder al te diep op het onderwerp van de avond, de funderingsmythes in te gaan. Het mooiste moest toen echter nog komen. Vriezen, componist en pianist, sloot af met het opvoeren van het eerste deel van de Concord Sonata van Ives, dit deel is venoemd naar Emerson. "


maandag 15 december 2008

Recensie: Sake van der Wall over 'Bij vlagen collages... hommage aan Louis Lehmann'

Op 12 december organiseerde Perdu "Bij vlagen collages.... hommage aan Louis Lehmann". Deze avond werd bezocht door Sake van der Wall. Hij schreef er de volgende recensie over:



" ‘Het is troosteloos om te kijken naar een waslijn met een oneven aantal sokken,’ declameerde de dichteres Anneke Brassinga. Op vrijdagavond 12 december droeg ze voor in Perdu, maar niet uit eigen werk. De regel komt uit een gedicht van Louis Th. Lehmann aan wie zij samen met zeven andere kunstenaars in Perdu een hommage leverde.
De kunstenaars hebben zich door het leven en werk van Lehmann laten inspireren. Voor het gedicht van Lehmann had Brassinga een aantal gedichten voorgedragen waarin ze steeds één regel uit een gedicht van Lehmann afwisselde met een regel uit een gedicht van zichzelf. Daarna las ze een gedicht voor waarin ze om de twee regels wisselde.
‘Louis is eigenlijk een soort homo universalis, maar niet vanwege zijn fraai ontworden wapentuig zoals Leonardo da Vinci, maar om zijn zang en dans’, zei Dick Leutscher, een vriend van Lehmann en naar eigen zeggen net zoals hij een surrealist en eclecticus. Leutscher opende de avond met een aantal anekdotes over hun werk bij het surrealistische tijdschrift De schone zakdoek en speelde daarna een pianocompositie waarin hij de letters van Lehmanns naam omzette in noten om daarmee ‘de heimelijke melodie’ van zijn naam te laten horen.
Muzikaal was ook de bijdrage van Guus Janssen. Hij speelde zes zo verschillend mogelijke composities van Lehmann (die vooral als dichter naam gemaakt heeft), zoals de Art Noveau Rag, waarbij je met de stem van Eric Satie de volgende tekst moet uitspreken: ‘Think of Art Nouveau/Relax/Think intensely of Art Nouveau/ Think of the Wiener Secession/ Be fed up’. Janssen vertelde nog dat hij op het conservatorium een leraar als Lehmann had gemist, omdat Lehmann een bijzondere kennis had van allerlei bizarre en onbekende soorten muziek.
‘Ik heb een aantal gedichten van je verminkt, wat overigens een compliment is, omdat ik ze niet beter maken kon’, leidde Tsead Bruinja zijn lange gedicht Louis Louis in. De dichteres en activiste Diana Ozon droeg een aantal activistische gedichten van Lehmann voor zoals Winter 1983-84, gericht tegen de bouw van de Stopera, eindigend met: ‘er komt geen veld om opera’s te kopen.’ De activistische kant van Lehmann werd ook belicht door Hans Plomp uit het kunstenaarsdorp Ruigoord, die vertelde dat Lehmann het volkslied van Ruigoord had geschreven.
‘Zorg eerst maar dat je een goede baan hebt, voordat je gaat dichten.’ Dit was één van de vele citaten van Lehmann in het verhaal van Erik Bindervoet. Toen Lehmann op negentienjarige leeftijd debuteerde als dichter werd hij door Simon Vestdijk geroemd als het wonderkind van de Nederlandse poëzie. Deze vroege roem zat hem naar eigen zeggen in de weg als hij solliciteerde. Het verhaal van Bindervoet kreeg een persoonlijke noot doordat hij vertelde over de aardrijkskunde lessen die hij kreeg van Lehmanns vrouw.
Lehmann was zelf ook aanwezig. Het voormalige wonderkind is inmiddels ver over de tachtig; met een trillende stem droeg hij een aantal vertalingen uit het Engels en Spaans van zijn hand voor. Uit de vele verschillende bijdragen kreeg je een idee van de veelzijdige en dwarse kunstenaar die er achter deze grijze, kalende tachtiger schuilging. Dit beeld werd door de uitsluitend positieve bijdragen misschien iets te roze gekleurd, maar kritische bijdragen passen dan ook niet goed in een hommage. – Het was mij echter niet duidelijk waarom men hem eerde, maar misschien hoeft daar bij een dichter als Lehmann ook geen directe aanleiding voor te zijn. "

zondag 14 december 2008

Vrijdag 19 december 2008: Project(s) for the New America: Emerson, Ives, Cavell

Met: Lucas Hüsgen, Asja Szafraniec, Samuel Vriezen e.a.

'The world is nothing, the man is all; in yourself is the law of all nature, and you know not yet how a globule of sap ascends; in yourself slumbers the whole of Reason; it is for you to know all, it is for you to dare all. (...) this confidence in the unsearched might of man belongs, by all motives, by all prophecy, by all preparation, to the American Scholar. We have listened too long to the courtly muses of Europe.’ (Emerson, the American Scholar)

Met alle bombarie van de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten is het wel eens makkelijk te vergeten waar het idee ‘Amerika’ vandaan komt. Wat is de intellectuele achtergrond daarvan? Door middel van een avond waarin drie ‘foundational moments’ van het idee Amerika worden belicht, wil Perdu aandacht besteden aan literaire, muzikale en filosofische funderingsmythes van Amerika.

De transcendentalisten waren een groep schrijvers die in de negentiende eeuw trachtten een nieuwe Amerikaanse literatuur, en daarbij een vorm van intellectualisme te gronden. Zo schreef Ralph Waldo Emerson in 1837 The American Scholar, een lezing die wel de literaire onafhankelijkheidsverklaring van Amerika genoemd wordt. Charles Ives, Amerikaans componist, schreef de Concord Sonata: een muziekstuk bestaande uit vier delen, genoemd naar vier transcendentalisten, te weten Emerson, Hawthorne, Alcotts en Thoreau. Ives wilde hiermee een Amerikaanse muziek funderen. Ook in het werk van filosoof Stanley Cavell speelt het funderen van ‘Amerika’ een rol. Door terug te grijpen op het werk van de transcendentalisten vraagt Cavell zich af wat de funderende filosofische idee van Amerika is, en kan zijn.

Perdu heeft dichter en publicist Lucas Hüsgen, componist Samuel Vriezen en filosofe Asja Szafraniec, gevraagd de funderende momenten van Emerson, Ives en Cavell uiteen te zetten. Omlijst door een uitvoering van een gedeelte van Ives’ Concord Sonata door Samuel Vriezen wordt op deze avond via de literatuur, muziek en filosofie een zoektocht gestart naar de intellectuele fundamenten van het idee Amerika.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 20.00 uur
Reserveren via deze link

woensdag 10 december 2008

Vrijdag 12 december: "Bij vlagen collages... Hommage aan Louis Lehmann"

Foto: Alida Beekhuis

Met: Erik Bindervoet (o.v.), Anneke Brassinga, Tsead Bruinja, Guus Janssen, Dick Leutscher, Diana Ozon, Hans Plomp


‘Ook maakte hij bij vlagen collages [...] Zijn leven lang heeft Louis trein- en buskaartjes, entreebewijzen en zo meer bewaard, die hij ooit wilde verwerken tot een collage ‘Les voyages forment la jeunesse’.’ (Alida Beekhuis in de introductie van Laden ledigen. Een keuze uit hervonden werk. Bezige Bij, 2008)

Een avond rondom dichter, reiziger, scheepsarcheoloog, essayist, tekenaar, vertaler, componist, prozaïst, vrijdenker, (tango)danser, surrealist, deejay en eclecticus Louis Lehmann (1920).

Van mij kan men zeggen
dat ik mij verlies
in kleinigheden
Maar ook dat ik mij erin vind.

Perdu vroeg sprekers met een even scherp oog voor bijzaken als Louis Lehmann een collage te presenteren, op basis van zijn en hun eigen werk.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 20.00 uur.
Reserveren kan via deze link

maandag 8 december 2008

Recensie: Sake van der Wall over 'De Baal Shem Tov en de rol van het wonderlijke in het religieuze verhaal'

Op zondag 7 december presenteerde Perdu 's middags het programma 'De Baal Shem Tov en de rol van het wonderlijke in het religieuze verhaal'. Sake van der Wall bezocht Perdu en schreef over dit programma de volgende recensie:


Een kennismaking met de Chassidische verhaaltraditie

Op zondagmiddag 7 december voerde de metafysicus en godsdienstfilosoof Victor Kal in Perdu een groepje van ruim twintig mensen terug naar de vlakten van het 18e eeuwse Oost-Europa. Hij vertelde hoe in een gebied dat afwisselend tot Polen, Rusland of de Oekraïne behoorde, in stettles, Joodse gemeenschappen in armoede leefden. In zo'n gemeenschap werd in 1698 de latere rabbi Baal Shem Tov (Basht) geboren. Dit was de stichter van het Chassidische jodendom, een stroming die eerst slechts in de marges van het joodse geloof bestond, maar in 150 jaar uitgroeide tot één van de grootste facties van het jodendom; inmiddels heeft de beweging over een groot deel van de wereld volgelingen.
In de Chassidische traditie nemen verhalen een belangrijke plaats in. Het leven en de leer van Baal Shem Tov worden overgeleverd door realistische vertellingen en parabels. In Perdu werd daarom niet alleen door Kal een lezing gegeven over de Chassidische verhaaltraditie, maar werden er ook een aantal verhalen voorgelezen door Fajga Szmulewicz. De bekendste Chassidische verhalenverteller is waarschijnlijk Isaac Bashev Singer, die in de jaren 30 van de twintigste eeuw naar De Verenigde Staten emigreerde en in 1978 de Nobelprijs voor de literatuur kreeg.
Szmulewicz las eerst het verhaal ‘waarom de rijke arm werd’ voor. De zaken van een rijk man, van een weldoener, die één dochter heeft, gaan opeens slecht. De man vraagt steeds aan de Baal Shem Tov waarom god de zaken slecht laat gaan, maar de Basht geeft geen antwoord. De man wordt arm en zijn dochter wordt verliefd op een arme herder. Ze trouwen. Daarna gaat het de weldoener opeens weer voor de wind. Hij heeft nog slechts één grief, namelijk dat zijn enige dochter met zo’n slechte partij is getrouwd. Hij gaat naar de Basht en vraagt om opheldering. De Basht vertelt hem dan dat het huwelijk zo door God is voorbestemd. De dochter en haar herder leefden nog lang en gelukkig.
Volgens Kal is het belangrijke van dit verhaal dat er in het middenstuk iets voor de hoofdpersoon verborgen blijft: de weldoener weet niet waarom zijn zaken opeens slecht gaan en krijgt daarop van de Basht ook geen antwoord. Maar omdat er volgens het Chassidisme ‘geen plek is waar God niet is’, zal de voorzienigheid er wel achter zitten, hebben de onbevattelijke gebeurtenissen een reden. Volgens Kal is dit een veel voorkomende gedachte binnen het joodse geloof, maar brengt Baal Shem Tov hem door de verhalen voor het eerst naar het niveau van de gewone man, in wiens leven ook veel verborgen blijft.
De kennismaking met het Chassidische verhaaltraditie eindigde na de pauze met een ingekorte lezing van ‘sparen voor het paradijs’ van Bashev Singer. Behalve een mooie illustratie bij de vele religieuze ideeën die die middag naar voren waren gekomen, smaakte dit naar meer, naar meer Chassidische verhalen.

zaterdag 6 december 2008

Recensie: Sake van der Wall over 'Toon Tellegen leest "Raafvogels"'

Op 4 december organiseerde Perdu een programma met als titel Toon Tellegen leest 'Raafvogels'. Sake van der Wall bezocht deze avond en schreef onderstaande recensie:


" Toon Tellegen kende ik nauwelijks, voordat ik afgelopen donderdag naar Perdu ging. Ik was wel eens met zijn werk in aanraking gekomen bij een meisje thuis, die me enthousiast iets liet lezen over een mier, een sprinkhaan of een lieveheersbeestje die praatte over de zin van het leven en allerlei andere diepe dingen. Er ging van deze dierenverhalen wel een zekere charme uit, maar ze konden mij niet echt boeien. In de gesprekken van de dieren werden grote woorden klein gebracht, maar voor mij kwam de noodzaak om ze überhaupt te brengen niet over.

In Perdu ging het afgelopen donderdag 4 december niet over dieren. Anders dan de titel Raafvogels doet vermoeden gaat de dichtbundel niet over raven of vogels, maar over een gezin, met een vader in de hoofdrol. Toon Tellegen droeg de hele bundel voor, waarbij Albert van Veenendaal tussen twee gedichten in steeds een paar akkoorden op de piano speelde, de ene keer donker en dreigend de andere keer dissonant en pijnlijk.

In zijn inleiding vertelde Tellegen dat hij twaalf jaar geleden aan een roman begon over een zeventienjarige jongen met verbeeldingskracht. De jongen verzon eerst een familie, daarna zijn imaginaire zelf en ten slotte kreeg hij een psychose en belandde in een kliniek. Omdat Tellegen de roman mislukt vond, verscheurde hij vijf jaar geleden het manuscript en gooide de snippers in de Stadhouderskade – dat vertelde hij tenminste. Alleen de gedichten die de hoofdpersoon over zijn verzonnen vader schreef, bewaarde Tellegen en publiceerde ze later als Raafvogels.

Ieder gedicht van de bundel begint met de woorden ‘Mijn vader’, vervolgens komt er een sleetse uitdrukking. De vader ‘waste’ bijvoorbeeld ‘zijn handen in onschuld’, ‘kookte in zijn sop’, en ‘raakte aan lager wal’. Tellegen gebruikt de clichés echter bewust. Hij speelt er een spel mee. Zo schrijft hij: ‘Mijn vader speelde met vuur en vloog in brand’ en ‘Mijn vader liep in zeven sloten, maar mijn moeder verdronk’. Dit spel zorgt voor eenzelfde soort komisch effect als de gesprekken in de dierenverhalen, en net zoals de dieren komt de vader regelmatig in aanraking met het diepere en existentiële. Ook bij Raafvogels ontging me echter de reden hiervoor en ik had niet het idee dat het meer was dan spielerei.

Dat is jammer, want Raafvogels roept wel allerlei vragen op. Waarom schrijft hij zo afstandelijk over een vader, over een vader die bovendien ook nog eens verzonnen is? Wilde Tellegen met zijn woordspelletjes meer bewerkstelligen dan een droogkomisch effect? En waarom worden al die grote woorden alleen maar genoemd, terwijl poëzie traditioneel een genre is dat iets toont en je dingen laat invoelen? Het was jammer dat Tellegen na afloop hierover niet werd geïnterviewd, dan had je op de avond iets meegekregen dat je niet krijgt als je alleen de bundel leest.

Dit zijn echter wel allemaal vragen over de literaire keuzes van de auteur. De gedichten zelf bleven voor mij een rustig, voortkabbelend spel met uitdrukkingen – best prettig om naar te luisteren, zeker omdat Tellegen een mooie, rustige stem heeft, maar niet voor veel langer dan een paar gedichten. De gedichten prikkelden niet, niet mijn verbeelding en niet mijn verstand. Natuurlijk hoeft dat ook niet. Maar als een schrijver zoveel woorden wijdt aan ‘het diepere’ en ‘het hogere’, wil ik op zijn minst een keer meegenomen worden naar de diepten van de taal en die zogenaamd diepere zaken ervaren. "

vrijdag 5 december 2008

Tellegen en Perdu in stripreportage nrc.next

Met de voorstelling Toon Tellegen leest Raafvogels in Perdu als aanleiding, maakte tekenaar Michiel van de Pol in nrc.next in een stripreportage een verstripping van een gedicht uit Tellegens bundel Als we vlammen waren (Querido, 1996).

Klik hier om de stripreportage te bekijken.

maandag 1 december 2008

Zondag 7 december: de Baal Shem Tov en de rol van het wonderlijke in het religieuze verhaal

Met: Victor Kal en Fajga Szmulewicz

‘Someone who believes in all the stories of the Baal Shem Tov and the other mystics and holy men is a fool; someone who doesn’t believe any of them is a heretic.’ (Chassidisch gezegde)

De joodse religie kent een rijke traditie van verhalenvertellers. Een van de bekendste voorbeelden van deze traditie is de Baal Shem Tov (1698/1700-1760). In de vele verhalen van de Baal Shem Tov, die met zijn leer de basis legde voor het chassidische jodendom, speelt het bovennatuurlijke en het wonderlijke een grote rol. Zelfs in de biografische gegevens van de Baal Shem Tov vloeien wonderlijke anekdotes en historische informatie in elkaar over. Maar wat is precies de rol van het wonderlijke in zijn verhalen? Wat is de kracht van het wonderlijke verhaal?
De verhalen zijn gemaakt om voor te dragen, Perdu wil dan ook een aantal van deze verhalen, zoals het hoort, tijdens deze middag ten gehore brengen. Daarbij heeft Perdu Victor Kal, specialist in de filosofie van de joodse religie, gevraagd om tijdens deze avond een interpretatie te geven van de wonderlijke verhalen van de Baal Shem Tov. Voor Kal is het wonderlijke verhaal een manier om de alledaagse wereld te openen en een ruimte te scheppen om ‘te zien met het hart’.

Aanvang: 15.00 uur; zaal open: 14.30 uur
Reserveren kan via deze link.

Donderdag 4 december 2008: Toon Tellegen leest 'Raafvogels'

Met: Toon Tellegen en Albert van Veenendaal


(2e foto: Monique Besten)

Op basis van het grote aantal reserveringen geldt: de voorstelling is uitverkocht.
Perdu werkt met een wachtlijst waar u uw naam op kunt laten zetten. Mensen op de wachtlijst kunnen (voor zover de voorraad strekt) in aanmerking komen voor de niet opgehaalde kaartjes. Maak een reservering voor instructies/een plaats op de wachtlijst.


"Jaren geleden verzon ik iemand die ik mijn vader noemde. Het was op een ochtend, heel vroeg, ik kon niet meer slapen, ik herinner het mij nog goed. Mijn vader toonde zich niet verbaasd dat hij opeens zomaar uit het niets ontstond, en verzon, op zijn beurt, mijn moeder, mijn broers en mij. Hij bedacht ook, diezelfde ochtend nog, het leven dat wij moesten leiden."

Raafvogels is een bundel vol met gedichten over een verzonnen vader. Een dikke bundel met een grote eenheid, die Tellegen vorig jaar in de week van het luisterboek in een avondvullende voorstelling integraal voorlas in het BonBontheater in Amsterdam. Hij werd daarbij begeleid door pianist Albert van Veenendaal. Op 4 december brengt het duo deze bijzondere voorstelling opnieuw in Perdu, voorafgegaan door een inleiding van Tellegen zelf. Een unieke kans om een avond lang naar deze grote dichter te luisteren.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 19.30 uur.
Reserveren via deze link

vrijdag 28 november 2008

Recensie: Erik Bloem over programma ' Stad en Dichter'

Op 21 november organiseerde Perdu een programma met als titel Stad en Dichter. Erik Bloem bezocht deze avond en schreef onderstaande recensie:



Woon in mij


De avond staat in het teken van de relatie tussen de (stads)dichter en de stad. Ditmaal worden de poëten echter gedwongen zich voor te stellen hun stad te ‘zijn’. Opdracht was namelijk: wat voor poëzie zou de stad zélf schrijven als zij een dichter was? Onderliggende vragen zijn natuurlijk: Wat is de stad dan? Waar heb je het over als je het over de stad hebt? De stad. Zijn dat de straten, de huizen, de bevolking, de volksaard, de geschiedenis? Zoveel antwoorden, zoveel wegen naar een poëtica van de stad.

Hans Kloos, stadsdeeldichter van het Amsterdamse Westerpark, ziet de stad als een verzameling straten, plekken en objecten. Hij ordent ze in een plattegrond, schrijft vanuit deze perspectieven de gedichten van de stad en verpersoonlijkt: het wegdek van de Van Diemenstraat wil niet herkend worden, een bushokje verhaalt over zijn gasten en zijn verleden.

Daan Doesborgh ziet zijn Venlo als een oude dame, met een kopje koffie, en een likeurtje. Een kwartier langt spuwt zij gal op het papier dat de Venlonaar zelf zwart had moeten kleuren. Een wanhopige, prachtige klaagzang, waarbij Doesburgh bijzonder fel wordt zonder het gracieuze van de oude dame te verliezen. In het harnas van het dialect kan de Venlonaar namelijk niet met goed fatsoen over grootse zaken dichten. Hij verzandt in understatements als hij zich niet al volkomen belachelijk maakt met zijn oubollige krachttermen. Toch is er hoop. Net zoals de oude dame, klaagt de Venlonaar. Steen en been. Doesborgh hoopt met haar dat dit geklaag het papier zal bereiken. De poëtica van Venlo belichaamt dus een wens, een verlangen. Als de Venlonaar het zelf niet doet, laat dan alsjeblieft een buitenstaander iets optekenen over deze genegeerde stad aan de Maas, zo meent de oude dame.

In Oostende laat scheidend dichter Eddy de Buf de stad zijn laatste poëzie na. ‘Woon in mij’, ‘spuug op mij’. Hij verleidt als stad. De warme stem van de Buf waait de toeristen weg uit de straten van de kustplaats. Hij wil alleen met haar zijn. Oostende heeft als stad waarschijnlijk de meeste gedegen opleiding tot poëet gevolgd. Altijd was het uitzicht anders, de beroering verschillend, het verlangen ondraaglijk. Immers, Oostende ligt aan zee.

‘Emmen zou als poëet zelfs geen gedichten schrijven’ begint haar stadsdichter Bart FM Droog. ‘Emmen is namelijk volwassen geworden als analfabeet.’ Droog schetst de geschiedenis van de regio aangevuld met een hypothetische oerpoëzie. Een eerste gedicht van de stad zou kunnen hebben geklonken als het ‘Pick a bail of cotton’ van de Amerikaanse singer-songwriter Leadbelly. Naar het Drentse leven toen Emmen ontstond vrij vertaald als ‘Spring op, draai je om, duw een zware kei/spring op, draai je om, duw een kei vooruit’. Toch vindt Droog misschien wel de meest uitgebreide poëzie der steden. Bij monde van andere dichters over andere steden laat Droog een geloofwaardige poëtiek van Emmen zien, het dorp uit twintig dorpen dat in de bewoordingen van de stadsdichter zelf ‘gezien de absurde bouw- en sloopprojecten van de afgelopen zes decennia’ het volgende had kunnen dichten: ‘Bouwen, groot, groter, grootst/asfalteren, breed, breder, breedst/kijken, bleek, bleker, bleekst/slopen, snel, sneller, snelst/bouwen, groot, groter grootst’.

Door het verschuiven van perspectieven ontstaan vaak interessante uitzichten, ook ditmaal. Het stellen van een ongewone vraag leidt tot ongewone antwoorden en dit legitimeert gelijk het stellen van die vraag. Toch heeft de stad de dichter nodig. Zonder dichter geen poëzie. De stad zal dus blijven spreken bij monde van de dichter en kent zo even zovele karakters als er geschreven zinnen over haar zijn. Een bijzonder geslaagde avond.

Erik Bloem

Hans Kloos: www.hanskloos.nl

Daan Doesborgh: stadsdichtervenlo.blogspot.com

Bart FM Droog: www.volkskrantblog.nl/blog/6633

Eddy de Buf: www.eddydebuf.be

maandag 24 november 2008

Vrijdag 28 november 2008: Chora - Radicaliteit en tegendraadsheid in de hedendaagse literatuur

Met: Hugo Bousset en Henk van der Waal



Socrates, in vele opzichten nog steeds te beschouwen als de grondlegger én kwelgeest van het hedendaagse westerse denken, stelde zich tot doel de Atheense democratische samenleving te hervormen tot een waarachtiger en rechtvaardiger systeem. Zijn methode wordt wellicht het beste samengevat in de term chora, wat letterlijk vertaald ‘plek’ betekent. Voor Socrates is chora echter vooral een metafoor voor ‘ontvankelijkheid’, voor een open houding ten opzichte van het ware. In Jacques Derrida’s lezing van Socrates lijkt Socrates zelf chora te willen zijn: een open ruimte waarin waarheid tot wasdom kan komen. Chora is dus ook, moderner gesteld, de plek waar inspiratie zich voor kan doen; ‘goddelijke inspiratie’ zelfs, waarvan de vertaling tot concrete (politieke) verandering moet leiden.

De hedendaagse schrijver lijkt met precies dit probleem te worstelen: hoe verhoud ik mij tot de maatschappij? Moet ik deze proberen te veranderen en, zo ja, welke inspiratiebron gebruik ik daarvoor? Hoe bereik ik die inspiratiebron? Op vrijdag 28 november zijn het deze vragen die in literatuurcentrum Perdu centraal worden gesteld, met het model van Socrates als uitgangspunt. Heeft de hedendaagse literatuur en maatschappij behoefte aan een nieuwe Socrates? Hoe zou deze Socrates zich moeten opstellen? Is hij wellicht al onder ons en, zo ja, wie is het?

Op de avond zal een aantal schrijvers en lezers zich buigen over de vraag wat het betekent om als literair auteur geëngageerd te (willen) zijn in de hedendaagse samenleving en bekijken wat hiertoe de adequate literaire houding is.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 20.00 uur
Voor reserveren klik hier

zaterdag 22 november 2008

Recensie: Erik Bloem over 'Rituele Taal'

Op 14 november organiseerde Perdu een programma met als titel Rituele Taal. Erik Bloem bezocht deze avond en schreef onderstaande recensie:


Vorm wordt betekenis


Onze kijk op taal is sterk Westers. Wij gebruiken taal primair om te communiceren. Toch is in literatuur, en in nog sterkere mate in poëzie, de functie van taal tweeledig. Er is nog steeds sprake van informatieoverdracht, maar met als doel diezelfde taal te ontstijgen en de lezer of toehoorder toegang te verschaffen tot het verhaal, het gevoel.

In poëzie staat het aantal woorden vaak in schril contrast met de zeggingskracht, immers hoe minder in taal gevangen hoe meer ruimte voor de verbeelding. De woorden op papier ontsluiten een buitentalig universum. Poëzie raakt zo aan rituele taal, het roept verhalen, gevoelens en beelden op die de tekst ontstijgen.

Jan de Roder, essayist en literatuurwetenschapper, laat zien hoe in poëzie stijlfiguren als chiasme (kruisstelling) een icoon kunnen zijn van de betekenis die de dichter wil overdragen. Ritme en klank spelen hierbij een rol. Het blijkt dan ook erg moeilijk poëzie te vertalen zonder de oorspronkelijk tekst geweld aan te doen. De betekenis is onlosmakelijk verbonden met het geluid van de taal.

Dit speelt ook een rol in de ‘performances’ van Jennifer Tee. Ze wil hierin een spanning bouwen tussen de objecten en wat er gebeurt. Acteurs zeggen hiertoe rituele teksten in verschillende talen op die door haar geschreven zijn. Tee stelt dat de betekenis van een woord verandert bij vertaling, omdat de klank anders is. Het roept een ander gevoel op.

De Roder noemt als voorbeeld van rituele poëzie de Japanse Haiku. De betekenis die deze vorm belichaamt kan door ons als Europeanen slecht gevoeld worden door het gebrek aan culturele achtergrond hiervoor. Zo ook de rituele taal waar taalwetenschapper Aone van Engelshoven ons deelgenoot van maakt. Op Oost-Timor, in het Lautem district rond het dorpje Tatuala, wordt door een handvol inwoners Makuva gesproken, een geheime en rituele taal, onder andere gebruikt bij plechtigheden voor overledenen. Van Engelshoven constateert dat de taal hier verder af staat van de concrete zaken waar deze in het Westen naar verwijst. De enkeling die de taal spreekt weet soms niet eens dat hij dat doet. Het zijn klanken waar iedereen de betekenis van kent. Een enkele klank is genoeg om een verhaal te vertellen en, belangrijker, verhalen zijn echt en kunnen dan ook niet als spinsels van de geest worden beschouwd. Alle verhalen zijn daarbij varianten of episodes uit een verhaal. Deze evoquerende kracht doet denken aan wat poëzie teweeg brengt.

Het onderwerp leent zich er lastig voor in een avond behandeld en verduidelijkt te worden. Iedere spreker heeft een andere kijk op rituele taal en een andere manier om de betekenis hiervan onder woorden te brengen, en dus te vangen. Echter, met genoeg fantasie konden de afzonderlijke onderwerpen wel degelijk nieuwe werelden openen die de taal ontstijgen.

Erik Bloem

maandag 17 november 2008

Vrijdag 21 november 2008: Stad en dichter

Met: Eddy de Buf, Daan Doesborgh, Bart FM Droog en Hans Kloos

Vele dichters hebben over vele steden gedicht. Blijkbaar brengt een stad nogal wat teweeg in een dichter. Maar of Huygens nu over Amsterdam zegt: ‘Die schrick’lickst van my swijght heeft aller best geseit’ of Jules Deelder: ‘Rotterdam is niet te filmen’; zo’n gedicht zegt eigenlijk meer over hoe de dichter naar de stad kijkt, dan over de stad zelf. Deze bijzondere verhouding tussen stad en dichter staat centraal op de avond van 21 november.

Op deze avond wordt de verhouding stad-dichter op een speelse manier verkend door deze voor één keer om te draaien: in plaats van de gebruikelijke dichter die een stad bekijkt, bekijkt vanavond de stad de dichter. Hiertoe zijn vier dichters uitgenodigd bij wie de reflectie op deze verhouding beroepsmatig al aanwezig is: vier stadsdichters uit Nederland en Vlaanderen. Ieder van deze dichters is gevraagd zich voor te stellen ‘hun’ stad te zijn, en om in die rol een poëtica van de stad te formuleren: wat voor poëzie zou de stad zélf schrijven als zij een dichter was, en hoe zou de stad haar werk zien in het huidige veld, het huidige tijdsgewricht?

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 20.00 uur.
Voor reserveren klik hier

zaterdag 15 november 2008

Recensie: Erik Bloem over 'De Uitgestelde dood van Jacques Rigaut'

Op 7 november organiseerde Perdu een programma met als titel De uitgestelde dood van Jacques Rigaut. Erik Bloem bezocht deze avond en schreef onderstaande recensie:


Er is niets mogelijk, zelfs geen zelfmoord

Met deze woorden die nazingen in mijn hoofd word ik de donkere stad in gestuurd. Ik was op vrijdag 7 november op zoek naar Jacques Rigaut, naar een kader, maar eigenlijk moet ik concluderen dat ik het niets om hem heen gevonden heb en daarin moet blijven rondzwemmen.

De avond begint met een dialoog en een monoloog, teksten van Rigaut die een kijkje geven in zijn donkere geest. Als publiek worden we zo midden in het leven van deze getroebleerde man geplaatst. Vooraf wordt aangekondigd dat de avond niet erg theoretisch zal zijn en dat we met vragen bij Dirk van Weelden terecht kunnen. Onthutst kijk ik om me heen, op zoek naar aanknopingspunten, maar vooralsnog niets om me aan vast te houden. Er is alleen de gesproken tekst, de prachtige tekst. ‘Zelfmoord is een laatste toevlucht, nauwelijks minder weerzinwekkend dan een ambacht, of een moraal.’ Rigaut ziet zijn dood dus als nederlaag, maar wordt postuum gevierd om zijn verzet, wanhoop, verwaandheid en akelige obsessie met zelfmoord. Althans, zo blijkt uit de teksten die ik raadpleeg na afloop van de avond.

Van Weelden geeft een uiteenzetting over de manier waarop hij en zijn lotgenoot Martin Bril rond hun twintigste levensjaar gefascineerd werden door de man die besloten had te sterven, die door het niets omhuld werd als het water. Bij de twee twintigers was de mogelijkheid van een toekomstig schrijverschap echter een uitweg uit deze zwaarmoedige toestand en zij konden dan ook slechts tijdelijk meevaren op de stroom die Rigaut wel onvermijdelijk tot de afgrond voerde. Rigaut zegt dat je geen leven kunt leiden met kunst bedrijven. Hij stelde zijn leven en denken in dienst van zelfmoord.

De pauze wordt gevolgd door een korte inleiding van Kees Hin op De enkele jaren uitgestelde dood van Jacques Rigaut, een in 1980 uitgebrachte film van zijn hand. Dit bijzonder inspirerende werk was echter de laatste hoop op verduidelijking. Al gauw blijkt dat het leven van Rigaut hier op tamelijk abstracte wijze wordt vertaald: in het Nederlands, in beelden en in geluiden. En zo verliest ook de film de broodnodige vaste grond die nodig was om op waardige wijze beleefd te worden.

De avond droeg vooral bij aan de mystiek die rond Rigaut bestond, terwijl mijns inziens hier en daar wat achtergrond een onmisbaar kader zou hebben geschapen voor de onwetende toeschouwer. Geen enkele informatie lijkt geput te zijn uit de in 1998 verschenen biografie van Laurent Cirelli over de Fransman, getiteld Jacques Rigaut, portrait tiré. Ook de opkomst van het dadaïsme (in 1916) tijdens de Eerste Wereldoorlog, ontstaan uit een gevoel van walging over een cultuur die zo’n oorlog voortbracht, bleef onderbelicht. Rigaut maakte deel uit van deze beweging en was tevens gelegerd aan het einde van de oorlog. Hij verliest er een zeer goede vriend, en maakt zo - al op jonge leeftijd - van dichtbij kennis met de dood die hij ruim tien jaar later in zijn armen sluit.

Zoals gezegd, het affiche was veelbelovend, maar wie Jacques Rigaut zocht, heeft hem denk ik niet mogen aanschouwen. De schrijver zelf formuleert het echter treffend: ‘De prairie blijft open voor hen die niets hebben gevonden.’

Andere uitspraken die wellicht het vermelden waard zijn:

‘Het belangrijkste was dat ik het besluit genomen had te sterven, en niet dat ik werkelijk stierf.’

‘Ik heb nooit gelachen, behalve als ik lachte.’

‘Ik ben een man die probeert niet te sterven’

‘Als ik wakker word, gebeurt dat tegen mijn zin’

‘Ik bemin u genoeg om niets te zeggen te hebben’

‘Hoe meer mij wordt afgenomen, hoe meer ik bezit’

Erik Bloem

zaterdag 8 november 2008

Vrijdag 14 november 2008: Rituele taal

Met: Aone van Engelenhoven, Jan de Roder, Jennifer Tee e.a.

Vuur Licht Licht Vuur
Indra Licht Licht Indra
Zon Licht Licht Zon

(uit Vedisch vuurritueel)

Rituelen kenmerken zich door voorgeschreven (taal)handelingen. Het gebruik van taal bij rituelen lijkt ver af te staan van dagelijkse taal: de frases, woorden, mantras, klanken en verzen in rituelen hebben een mysterieuze betekenis en kracht. De ervaring van het luisteren naar een gedicht kan soms echter zijn als het bijwonen van een ritueel waarvan je de taal niet verstaat. Ook al begrijp je niet wat je hoort, de woorden doen duidelijk iets. Het lijken – zoals het ‘abracadabra’, ‘simsalabim’ of ‘sesam open u’ van een tovenaar – magische woorden die iets openen.

Op deze avond in Perdu zullen drie sprekers ingaan op rituele taal. Welke betekenis heeft de taal die tijdens rituelen wordt gebruikt? Wat voor een soort kenmerken bezit rituele taal? Hoe verhoudt poëzie zich tot ritueel taalgebruik?

Jan de Roder is essayist en literatuurwetenschapper, verbonden aan de universiteit van Maastricht. Hij schreef het essay ‘Het schandaal van de poëzie. Over taal ritueel en poëzie’, waarin hij verdedigt dat poëzie gezien kan worden als de missende link tussen ritueel en (natuurlijke) taal. Aone van Engelenhoven is taalwetenschapper en doet in die hoedanigheid onderzoek naar talen van Papuavolken uit Nieuw-Guinea. Recent deed hij onderzoek naar het Makuva: een rituele, geheime taal, een taal in coma, vergelijkbaar met het Latijn, die alleen geleerd mag worden door uitverkorenen, en pas op hoge leeftijd.

Jennifer Tee is beeldend kunstenares. Ze maakte exposities in onder andere Brazilië, Zuid-Korea, Litouwen en Australië en werkt in haar rituele performances met zelfgeschreven teksten in een mix van verschillende talen, die door acteurs worden opgezegd.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 20.00 uur
Voor reserveren klik hier

zondag 2 november 2008

Vrijdag 7 november 2008: De uitgestelde dood van Jacques Rigaut

Met: Chris Junge, Dirk van Weelden e.a.

Op deze avond zal de Franse surrealist Jacques Rigaut centraal staan. Zijn vertaler, Dirk van Weelden, zal ingaan op belangrijke thema’s in zijn werk. Daarnaast zullen verschillende acteurs, waaronder Chris Junge, teksten van de schrijver opvoeren. Speciale aandacht zal uitgaan naar zijn preoccupatie met suïcide. ‘Het belangrijkste was dat ik het besluit genomen had te sterven, en niet dat ik feitelijk stierf.’ Jacques Rigaut pleegde zelfmoord. Opmerkelijk is dat hij dit deed op het door hemzelf aangekondigde tijdstip.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 20.00 uur

maandag 27 oktober 2008

Perdu bij RadiomArt

In verband met onze avond over Vodou en Winti in de Caraïbische literatuur van aanstaande vrijdag, zijn schrijfster Maria van Daalen en Perdu-redacteur Matthijs Ponte zojuist te gast geweest bij RadiomArt. RadiomArt is een programma over kunst en cultuur bij Caribbean FM, op de Amsterdamse lokale omroep Salto. Van Daalen en Ponte werden uitgebreid geïnterviewd door Stuart Rahan.

Het gesprek, over ondermeer Trefossa en Roemer, over Vodou-priesterschap en christendom, is na te luisteren op de website van Salto FM:
- klik hier voor het eerste gedeelte (het gesprek begint na 42 minuten).
- klik hier voor het tweede gedeelte (het gesprek vervolgt meteen).

Vrijdag 31 oktober in Perdu: Vodou en Winti - over het lezen van Caraïbische literatuur

Met: Maria van Daalen, Karin Amatmoekrim en Matthijs Ponte

Een van de problemen waar de westerse lezer die zich voor het eerst verdiept in de Caraïbische literatuur op stuiten zal, is de onwetendheid over de tot dan toe allicht grotendeels onbekende culturele context waarin het werk ontstaan is. Voorbeelden van zulke onbekendheden zijn de fenomenen Vodou (op Haïti) en Winti (in Suriname). Over deze godsdiensten, beide zogenaamde ‘syncretische’ godsdiensten, bestaat in Nederland slechts weinig adequate kennis. Het door Hollywood gevoede idee dat het bij deze religies draait om zwarte magie en het steken van naalden in poppetjes lijkt wijdverbreid. Dat je deze religies hiertoe niet kunt reduceren, zal voor velen evident zijn, maar hoe we deze dan wel zouden moeten typeren zal voor even zo velen een stuk minder duidelijk zijn.

Op 31 oktober wil Perdu een aanzet geven tot het opvullen van deze lacune en daartoe ingaan op de rol die Vodou en Winti spelen in de Caraïbische literatuur. Niet alleen zal het gaan over de concrete verschijningsvorm van deze religies in verschillende literaire werken, ook zal er nagedacht worden over, bijvoorbeeld, de wijze waarop de rol van het ritueel in de religie wordt vormgegeven en wat voor sporen daarvan terug te vinden zijn in de stijl en inhoud van literaire werken. Maar ook: hoe verhouden Winti en Vodou zich tot de bekende mystieke tradities binnen het christendom, en hoe is die verhouding terug te zien in verschillende literaire werken en oeuvres? Dat deze vragen niet alleen toepasbaar zijn op werk van veelal minder bekende auteurs afkomstig uit de Caraïben, maar dat elementen van deze religies eveneens terug te vinden zijn in befaamde oeuvres als dat van Hans Faverey, zal Maria van Daalen aantonen. Zij is zelf dichteres en bovendien ingezegend Vodou-priesteres hoogste graad. Naast haar zal een aantal kenners van Winti en Vodou acte de présence geven om het licht over deze kwesties te laten schijnen.


Aanvang: 20.30 uur
Zaal open: 20.00 uur

Entree: 6/5 euro (met korting)
Voor reserveringen, klik hier.

dinsdag 21 oktober 2008

Vrijdag 24 oktober 2008 in Perdu: De Lezer

Met: Hans Groenewegen, Annemieke Gerrist, Bas Geerts en Lonneke de Groot

De Perdu-reeks De Lezer is aan haar vijfde aflevering toe. Een kleine mijlpaal, die meer belooft, want in deze wonderlijke interviewformule is nog geen dichtersgesprek hetzelfde geweest, en er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit in deze aflevering anders zal zijn.

De Lezer is een reeks poëticale vraaggesprekken tussen een dichter en een geoefende lezer, met één bijzonder kenmerk: het is de dichter die de vragen stelt over zijn eigen werk, De Lezer die antwoordt. Dat levert spannende, broeierige en soms ongelooflijke gesprekken op, met een totaal nieuwe insteek en een verrassend poeticaal resultaat. Nieuwe inzichten onstaan, zowel bij het publiek als bij de dichters zelf. Grenzen worden, tot het uiterste, afgetast: tussen een dichter en zijn werk, tussen lezer en dichter, tussen lezer en gedicht.

In deze aflevering ondermeer Hans Groenewegen over zijn nieuwe bundel zuurstofschuld, die op 2 oktober bij Uitgeverij Wereldbibliotheek is verschenen. Hij interviewt dichter, schilder en ontwerper Bas Geerts.
Annemieke Gerrist bespreekt haar bundel Waar is een huis met Lonneke de Groot, curator en onderzoeker op het gebied van de fotografie.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 20.00 uur

maandag 13 oktober 2008

Vrijdag 17 oktober 2008: "De Vlaamse Beweging"

Met: Geert Buelens, Laurens Ham en Jeroen van Rooij

Het bestaan van Vlaanderen en Vlaamse identiteit is tegenwoordig iets vanzelfsprekends. Zelden beseffen wij in Nederland nog dat het Vlaams zijn van de Vlaming fel bevochten is. Slechts honderd jaar geleden waren bijvoorbeeld het openbaar bestuur en het hoger onderwijs in België uitsluitend in het Frans.

De Vlaamse beweging is de politieke stroming die vocht voor de emancipatie van de Vlaming in eigen land. Het politieke en het culturele zijn in de Vlaamse beweging nauw met elkaar verweven. De Vlaamse beweging gebruikte niet alleen de literatuur als spreekbuis voor haar ideeën; de literatuur was de plek waar werd uitgedacht wat het betekent om Vlaams te zijn. In de Vlaamse beweging is de literatuur politiek en de politiek literair. De beweging is zo belangrijk dat haast geen enkele Vlaamse auteur er omheen kan. Van Conscience tot Gezelle en van Claus tot Lanoye, allemaal dienden ze hun positie ten opzichte van de Vlaamse beweging te bepalen.

Perdu presenteert met ‘De Vlaamse beweging’ een avond op het brandpunt van politiek, literatuur en geschiedenis. Verplichte kost voor iedereen die meer wil weten over de historische en maatschappelijke betekenis van de Vlaamse literatuur.

Geert Buelens, hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde in Utrecht, zal de betekenis van de Vlaamse beweging toelichten. Daarnaast zal hij spreken over de Vlaamse beweging in poëzie uit de Eerste Wereldoorlog en over het activisme van Paul van Ostaijen.

Laurens Ham neemt het tijdschrift De Toorts onder de loep. Dit Utrechtse tijdschrift, uit de jaren 1916 - 1921 hing de grootnederlandse gedachte aan. Dat wil zeggen dat in De Toorts gestreden werd voor de eenheid van Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika. In tijdschriften als De Toorts werd aan dit streven een literaire vorm gegeven.

Jeroen van Rooij leest De Oostakkerse gedichten van Hugo Claus en vergelijkt ze met de Vlaamse fascistische bundel ‘Zeeland’ van collaborateur en dichter Ferdinand Vercnocke. In de ‘eeuwige bronst’ van Claus’ bundel blijkt dan ineens een opvallende politieke onderstroom aanwezig.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 20.00 uur

zaterdag 4 oktober 2008

Afgelast: Vrijdag 10 oktober 2008: Voorstelling Toon Tellegen. Afgelast

Helaas kan de voorstelling 'Raafvogels' van Toon Tellegen en Albert Veenendaal op 10 oktober 2008 niet doorgaan. We hopen dit programma binnenkort opnieuw te kunnen aankondigen.

Over de voorstelling (die is afgelast):


"Jaren geleden verzon ik iemand die ik mijn vader noemde. Het was op een ochtend, heel vroeg, ik kon niet meer slapen, ik herinner het mij nog goed. Mijn vader toonde zich niet verbaasd dat hij opeens zomaar uit het niets ontstond, en verzon, op zijn beurt, mijn moeder, mijn broers en mij. Hij bedacht ook, diezelfde ochtend nog, het leven dat wij moesten leiden."
Raafvogels is een bundel vol met gedichten over een verzonnen vader. Een dikke bundel met een grote eenheid, die Tellegen vorig jaar in De week van het luisterboek in een avondvullende voorstelling integraal voorlas in het BonBontheater in Amsterdam. Hij werd daarbij begeleid door pianist Albert van Veenendaal.

Deze voorstelling, die voor 10 oktober 2008 in Perdu stond aangekondigd, is afgelast.

dinsdag 30 september 2008

Vrijdag 3 oktober 2008 - Drawings on writing

Met: Serge Onnen, Oorbeek, Keyna Nara, Mark van Tongeren, Willem van Weelden, Mu Xue, Los Poettas, Jim Fulkerson, Arie Altena en de Jackson Mac Low Band

"When it’s unreadable to the other, it becomes some kind of drawing", schrijft tekenaar Serge Onnen over handgeschreven teksten - een observatie die hem inspireerde tot het samenstellen van een bloemlezing, Drawings on Writing, waarin teksten zijn opgenomen die in de eerste plaats grafisch interessant zijn. Experimentele Arabische calligrafie, tekeningen van letters, door de vele doorhalingen vrijwel onleesbare proza-schetsen van beroemde auteurs, uitzonderlijke muzikale notaties van componisten als Dick Raaijmakers of Earle Brown, dansnotatie, doorgestreepte CIA-bestanden, pictogramschrift, extreme grafische vormgevingen en letterontwerpen, een seincodesysteem uit een Sherlock Holmes-verhaal... Het boek is prachtig om te zien en nauwelijks leesbaar. Maar dat betekent nog niet dat het boek niet kan worden voorgelezen. Perdu organiseert de Nederlandse presentatie van dit boek en heeft mensen met zeer verschillende achtergronden gevraagd er een stuk uit voor te lezen. Wat we ons ook bij zo’n voordracht moeten voorstellen... muzikale uitvoering of toelichting of filosofische interpretatie of dans... hoe onleesbaarder de tekst, hoe meer er mee te doen valt!

Vrijdag 3 oktober 2008. Aanvang: 20.30 uur, zaal open: 20.00 uur

dinsdag 23 september 2008

26 september 2008: De receptie van 'Zes wenken voor muggen aan de deur' van Peter van Lier

Met o.a.: Peter van Lier, Martin Reints, Han van der Vegt, Charlotte Mutsaers (o.v.)

Als een leeuw kon praten zouden wij niet begrijpen wat hij zegt, zegt een beroemd filosoof. Wat leeuwen van deze opvatting vinden is niet bekend. Misschien wel heel beledigend. De filosoof wil iets over begrijpen zeggen maar verbant daarmee, en passant, de koning van het dierenrijk naar de marge. Alsof we zelf zo helder zijn! We moeten het probleem omkeren: als wij tegen dieren praten, hoe begrijpelijk kunnen wij dan blijven?

Zes wenken voor muggen aan de deur is de opvallende titel van de meest recente bundel van Peter van Lier, vorig jaar verschenen bij Van Oorschot. Op allerlei manieren tast de dichter in dit werk zijn relatie tot het dierenrijk af. Daarvoor gebruikt hij het enige middel dat de dichter heeft, maar dat middel is tegelijk een punt waarop wij ons het meest van de dieren onderscheiden: de taal. Geschreven taal, nota bene. En Van Lier gebruikt die taal juist op een manier die zo ver mogelijk van de dierentaal afstaat. In plaats van de taal op zijn Blonks te ontleden tot oergeluiden voert Van Lier de complexiteit van de zinsbouw hoog op - veel gedichten bestaan uit één lange volzin vol van de meest merkwaardige wendingen. Alsof de dichter helemaal door de taal heen gaat in de hoop dat als hij er aan de andere kant uitkomt, hij daar een intelligent gesprek met een gaasvleugelige of platvis aan zou kunnen knopen. Schijnbaar ongepast is de eloquentie waarmee hij de dieren niet alleen beschrijft in het dagelijkse leven of hun functie in De Bijbel analyseert, maar ook direct aanspreekt of ‘wenken’ geeft; de bundel culmineert zelfs in een serie sollicitatiebrieven “Betreffende een functie in het dierenrijk”.

Bij deze Receptie-avond nodigt Perdu dichters en wetenschappers uit om te bespiegelen op de bundel, onder wie dichter Martin Reints, die ook een andere wereld in het alledaagse lijkt te zoeken, en (onder voorbehoud) schrijver en dierenliefhebber Charlotte Mutsaers. Dieren heeft Perdu niet bereid kunnen vinden de dichter van repliek te dienen; namens hen zal dichter Han van der Vegt, die ervaring heeft met onmogelijke taal, reageren op de bundel. Van Lier zelf opent en sluit met voordracht.

Vrijdag 26 september. Aanvang: 20.30, zaal open: 20.00

maandag 22 september 2008

25 september 2008: Verveling

Met: Awee Prins, Burcht Pranger, Samuel Vriezen

"Verveling en gevoelens van zinloosheid tekenen onze tijd.”

Wat doet verveling met een mens? Wat zegt verveling over onze normale tijdsbeleving? Is verveling net zoals zinloosheid een kenmerk van onze tijdsgeest, of is verveling de ‘acedia’; de demoon van het middaguur die je van het rechte pad doet dwalen en waartegen gestreden moet worden? Verveling, zoveel is zeker, is niet alleen maar de afwezigheid van iets interessants. Van de strijd tegen de verveling die de middeleeuwse monniken plaagde, tot de postmoderne verveling als ‘grondstemming van onze tijd’ is er op verschillende manieren nagedacht over het universele fenomeen verveling.

Tijdens deze avond brengen drie sprekers dan ook vanuit filosofische, theologische en muzikale hoek een boeiende kijk op het fenomeen verveling.

Donderdag 25 september. Aanvang: 20:30 uur, zaal open: 20:00 uur

vrijdag 12 september 2008

19 September 2008: Buitenbeens: Uitgeverij Voetnoot

Met: Anneke Pijnappel, Henrik Barends, Martin de Haan, Rokus Hofstede, Jan Pieter van der Sterre, Edgar de Bruin, Hank Geerts, Kees Mercks, Irma Pieper, Filip Topol, Hans van Pinxteren (o.v.), Andrea Voigt, Wineke de Boer en Arnold-Jan Scheer.

De verbeeldingskracht is de koningin van het ware…” Charles Baudelaire

"In het licht van alle omstandigheden vraag ik mij wel eens af of de dagen van de kleine uitgever niet geteld zijn” verzuchtte de gerenommeerde Haagse gentleman-uitgever L.J.C Boucher in 1946. Maar wat hij zelf karakteriseerde als “de maniakale neiging om dwars tegen alle zakelijke overwegingen in toch steeds weer boekjes te maken” bleef tot op de dag van vandaag bestaan. Kleine maniakale uitgevers die tegen alle zakelijke overwegingen in boekjes blijven maken zijn er nog steeds. Wat een geluk.

Van oudsher geeft Perdu aandacht aan literatuur die het schelle licht van de commercie slecht verdraagt, buitengewone literatuur die glanst en intimiteit behoeft, die verbeeldingskracht en stamina van de lezer vraagt. En vanaf haar prille begin wijdt Perdu avonden aan de uitgevers van dergelijke literatuur. Vanuit deze traditie vroegen we, als feestelijk begin van het seizoen, Uitgeverij Voetnoot ons een blik te gunnen op haar fonds. Een fonds waarin de verbeelde werkelijkheid zegeviert. Dit in de geest van Charles Baudelaire, wiens kunstkritieken de basis vormen van het fonds.

De uitgevers van Voetnoot vertellen ons wat hen beweegt en wat het karakter van het fonds uitmaakt. Vertalerstrio Marjan Hof (Martin de Haan, Jan Pieter van der Sterre, Rokus Hofstede) leest passages voor uit de serie PERLOUSES en licht haar keuze toe. Zo ook de vertalers van de reeks MOLDAVIET (korte Tsjechische verhalen). Verder lezen Voetnootdichters voor en redacteur Andrea Voigt verantwoordt haar keuze van de dichters. Martin de Haan presenteert de avond en leidt het gesprek.

Vrijdag 19 september, 20:30 uur. Reserveren aanbevolen.

zaterdag 16 augustus 2008

2 september 2008 - Bundelpresentatie 'Als geen ander' van Krijn Peter Hesselink

Geen programma van de Avondenredactie van Perdu, wel de nodige verwantschap aan te tonen. Krijn Peter was tot aan deze zomer lid van De Avondenredactie, de groep Perduvrijwilligers die het Perduprograma op vrijdagavond organiseert.

Over zijn Perdu-tijd en afscheid kunt u Krijn Peters verhaal hier lezen (klik op Impressies en scroll naar beneden tot aan 24 juni 2008)

Hieronder de tekst van de Perdu-website over de bundelpresentatie op 2 september aanstaande:

Presentatie 'Als geen ander' van Krijn Peter Hesselink
met: Krijn Peter Hesselink, Sieger Baljon, Annemieke Gerrist, Bernard Wesseling, B. Zwaal en muziek van: Winterjong à deux

Deze zomer verscheen bij uitgeverij Nieuw Amsterdam 'Als geen ander', de debuutbundel van Krijn Peter Hesselink. Reden genoeg om bij de opening van het nieuwe seizoen de bundel alsnog een feestelijke doop in Perdu te geven.

Volgens de achterflap – en u weet: de achterflap heeft altijd gelijk – daagt Krijn Peter Hesselink de lezer in zijn debuutbundel uit 'om het spel actief mee te spelen, zich de gedichten eigen te maken, als was de lezer de dichter, als was de dichter geen ander.' Voor de presentatie gaat een aantal dichters de uitdaging aan. Met hun markante voordracht zullen Bernard Wesseling, Annemieke Gerrist, Sieger Baljon en B. Zwaal zich Krijn Peter Hesselinks gedichten toeëigenen. Ook de band Winterjong en Krijn Peter Hesselink zelf zullen van zich laten horen. De avond zal worden afgesloten met een borrel waarin u de gelegenheid krijgt om Krijn Peter Hesselink met zijn bundel te feliciteren.

Krijn Peter Hesselink (1976) was Nederlands slamkampioen 2006, publiceerde gedichten in ondermeer Lava, Krakatau, Hollands Maandblad en nrc.next. In maart 2008 ontving hij de Hollands Maandblad Schrijversbeurs in de categorie poëzie. Hesselink werkte bij Stichting Wonder en als programmeur bij Perdu.


Onder zoden

Het gras was nat. Nu kleven er sprietjes aan
jouw trap. En daar houdt het niet op. Nu jij
mij binnen hebt gelaten, zaai ik uit
over je vloer, je bankstel. Zelfs je bed
blijft niet gespaard. Dichten is kijken naar
wat niet ter zake doet en daar
een zaak van maken. Of een groen behang
om iemand af te dekken. Ik wil je
bedanken. Ik lag met een meisje in het park.
Jij vlak daaronder. Geen halm die beefde. Hooguit
trilde je even met je billen toen zij
net weg was en ik
nog even op je nalag.

Aanvang: 20.00
Zaal open: 19.30

Entree: gratis
(het wordt aanbevolen voor deze avond te reserveren!)

zondag 13 juli 2008

Perduzomer: poëzieboekhandel blijft open, in september weer programma's

Na een prachtig eindfeest (verslag is te lezen op InLetterland), zit het Avondenprogramma erop voor wat betreft het theaterseizoen 2007-2008. In september staan de eerste programma's weer gepland, te beginnen met het Fringe Theaterfestival, waarna de Avondenredactie het weer overneemt en u weer een jaar lang van verse literaire avonden voorziet.

In de tussentijd blijft u natuurlijk welkom in onze poëzieboekhandel aan de Kloveniersburgwal. Daar zal ook nog wel het een en ander gebeuren, deze zomer. Houd voor aankondigingen daaromtrent
deze plek in de gaten!

27 juni 2008: Eindfeest voor winnaars

Met: Sieger Baljon, Thomas Blondeau, Tsead Bruinja, Vicky Francken, Piet Gerbrandy, Rozalie Hirs, Thomas Möhlmann, F. Starik.
Muziek: DJ Jaïrzinho
Cocktails: Joost Jansen/NixMixMee

Gefeliciteerd! U heeft al bijna gewonnen! Want u bent nu wel heel dicht bij het verkrijgen van toegang tot het leukste feest van het jaar: het Perdu-eindfeest.

Het gaat ons goed, we vieren successen, we zijn Trots op Nederland. Als feestelijke afsluiting van een seizoen vol triomfen heeft Perdu een aantal dichters gevraagd een zegezang te schrijven op een winnaar naar keuze. Dat kan natuurlijk een sportman of een militair zijn, maar ook in een dorpsgek of een koffiezetapparaat valt allicht een winnaar te ontdekken (en te bezingen).

Al deze winnaars zullen op het feest door de dichters van dienst de lof toegezwaaid krijgen die ze verdienen. Omdat educatie ook een soort triomf is, zal Piet Gerbrandy u inleiden in de keizer van de zegezangers: Pindaros.

En zoals door de eeuwen heen bij triomfen gebruikelijk is, wordt er op dit feest ook gedronken en gedanst, onder de bezielende leiding van cocktailschenker Joost Jansen (NixMixMee) en DJ Jaïrzinho.
U bent voor deze opzet onontbeerlijk. U maakt dan wel geen grote bouwprojecten mogelijk, maar ook met kleine literatuurprojecten zijn triomfen te behalen. Wees een winnaar. Kom feesten.

20 juni 2008: Ontleende woorden III - Over 'De laatste dagen der mensheid' van Karl Kraus

Met: ’t Barre Land, Erik Bindervoet, Robbert-Jan Henkes

In De laatste dagen der mensheid, een theaterstuk van honderden pagina's, past Karl Kraus de montagemethode toe om een kritisch beeld van zijn tijdsgeest te schetsen. Het stuk is samengesteld uit een overvloed aan wat Kraus tijdens de eerste wereldoorlog in schrift en gesproken woord rondom hem aantrof: krantenberichten, reclamemateriaal, geruchten en straatverhalen. Dit vluchtig, soms waanzinnig materiaal wendde hij aan voor een felle strijd tegen oorlog, domheid en taalverslonzing.

Het door Kraus zelf onopvoerbaar geachte, 27 uur durende theaterstuk uit 1919, is recentelijk door het vertalersduo Henkes en Bindervoet in het Nederlands vertaald. Dit stuk zal dit najaar ook opgevoerd worden door theatergroep 't Barre Land. Daarnaast geven Henkes en Bindervoet antwoord op de vraag hoe De Laatste Dagen eruit zou zien als Kraus in onze tijd had geleefd. Zij schreven daartoe De Allerlaatste Dagen der Mensheid, opgebouwd uit hedendaagse citaten, en lezen daar op deze avond uit voor.
Dit is de directe aanleiding voor deze derde avond over ontlenen en citeren. Acteurs van theatergroep 't Barre Land brengen stukken uit de Laatste dagen der mensheid ten gehore, en Henkes en Bindervoet lezen stukken uit de contemporaine versie voor. In een begeleidend gesprek, gemodereerd door Ernst van den Hemel, vertellen acteurs en vertalers waarom zij zo gegrepen zijn door het werk van deze radicale pacifist.

20 juni 2008, 20:30 uur

13 juni 2008: "Maak daar nu maar een liedje van" - Over poëzie in liedjes en liedjes in poëzie

Met: Anne Roos Rosa de Carvalho, Maarten Duinker, Gaston Franssen, Jacob Groot e.a.

De meisjes gaan op weg,
zij wuiven naar elkaar
terwijl zij vlak bij elkaar staan,
een mooie dag om niet ver weg te gaan,
terug voordat het donker is.
(Nachoem Wijnberg)

Nachoem Wijnberg schreef een dichtbundel vol Liedjes, waar bovenstaande er een van is. Wijnberg is niet de enige dichter die zijn gedichten tot liedjes bestempelt: ook Herman Gorter schreef bijvoorbeeld een bundel genaamd Liedjes, en het aantal afzonderlijke gedichten dat de titel ‘liedje’ draagt, is nagenoeg ontelbaar. Andersom hebben liedteksten soms veel weg van poëzie. Bijvoorbeeld Bob Dylan wordt vaak geprezen om zijn poëtische teksten en ook The Doors menen poëzie met rock te combineren. Er zijn dan ook grote overeenkomsten tussen liedjes en gedichten: beide bestaan over het algemeen uit strofen en kennen bijvoorbeeld rijm, ritme en beeldspraak. Tegelijk zijn er overduidelijk verschillen: weinig songteksten blijven als gedicht op papier overeind en weinig moderne gedichten laten zich dwingen in het keurslijf van een liedje.

In een theoretisch en een praktisch deel probeert Perdu op deze avond dit schaduwgebied tussen lied en gedicht te verkennen. Wat gebeurt er met een tekst als die wordt gezongen? Jacob Groot, dichter en auteur van Gelukkige Lippen, een essayboek over de wisselwerking tussen tekst en zangstem, gaat op die vraag in. Literatuurwetenschapper Gaston Franssen behandelt het effect van de titel "Liedje" boven een gedicht.

In het praktische deel van de avond staat een bundel vol met dat soort gedichten centraal: Liedjes van Nachoem Wijnberg. Een aantal liedjesschrijvers, onder wie Anne Roos Rosa de Carvalho en Maarten Duinker, is gevraagd een van de liedjes uit die bundel te kiezen en er een echt lied van te maken. In een gesprek naderhand wordt duidelijk welke mogelijkheden en problemen zij tegen kwamen bij het gehoor geven aan Wijnbergs oproep ‘Maak daar nu maar een liedje van’.

13 juni 2008, 20:30 uur

6 juni 2008: Nieuwe zinnen - Over 'Language Poetry'

Met: o.a. Han van der Vegt, Ton van 't Hof, Arnoud van Adrichem, Samuel Vriezen

Language Poetry: zo noemt men het werk van een bijzondere groep experimentele dichters die in de jaren '70 opstond in de Verenigde Staten. Deze dichters stelden zich vragen als: wat zegt de taal op zich? wat als taal niet ondergeschikt wordt gemaakt aan de eis om transparant te communiceren? wat kan hij zeggen als je uitgaat van zijn materiële verschijningsvorm, en niet van een genre, een plot of een lyrisch subject? Met een sterk bewustzijn van vorm, een bijzondere belangstelling voor de materialiteit van de taal, en een grote passie voor kritiek en theorievorming schreven zeer uiteenlopende dichters als Charles Bernstein, Lyn Hejinian, Ron Silliman, Susan Howe, Bruce Andrews en Rae Armantrout avontuurlijke, complexe en ambitieuze boeken, in veelal geheel nieuwe poëtische genres. Zoals The New Sentence, een naam die Ron Silliman gaf aan een nieuwe vorm van prozapoëzie van normale zinnen die volgens een onconventionele ordening achter elkaar geplakt worden.

Wat zou de Nederlandstalige poëziewereld van deze stroming kunnen leren? In ons taalgebied zijn zeker auteurs te vinden van wie je het werk in een Language-perspectief zou kunnen lezen. Gedacht kan worden aan van Bastelaere, of aan Kregting, aan Lampe, Tonnard, Polet, Schaffer, Mettes. Toch is een met Language te vergelijken stroming nooit benoemd in onze letteren. Waarom niet?

Tijdschrift Parmentier en Perdu besloten om de Language-erfenis en zijn verhouding met onze eigen Taal eens grondig door te lichten. Onder de dossiernaam "Nieuwe Zinnen" publiceert het tijdschrift Parmentier een omvangrijke bloemlezing van teksten uit de Language-beweging in vertalingen van uiteenlopende Nederlandse en Vlaamse dichters en vertalers. Dit nummer wordt vanavond in Perdu gepresenteerd, waarbij zal worden voorgedragen uit de teksten en zal worden gedebatteerd over Language, het vertalen er van en de verhouding met de Nederlandse poëzie.

6 juni 2008, 20:30 uur

30 mei 2008: Ontleende woorden II - over Karl Kraus en Walter Benjamin

Met: Michel van Nieuwstadt en Marc de Wilde


30 mei, 20:30 uur

23 mei 2008: Jaap Blonk - Onderlandse exploraties

Klankdichter en stemkunstenaar Jaap Blonk communiceert bij voorkeur in een vreemde taal: het Onderlands. Deze wonderlijke taal, onvertaalbaar maar voor iedereen te verstaan, is een geraffineerde combinatie van klanken, enerzijds geproduceerd door de menselijke spraakorganen, anderzijds door de computer. Het is een tussentaal, tussen spraak en muziek, tussen mens en apparatuur.

Op deze avond bij Perdu troont Blonk ons mee naar zijn wonderlijk anarchistisch tussenland waar genregrenzen zijn vervaagd en bestaande wetten afgeschaft. Kurt Schwitters , Hugo Ball en de Nederlandse klankdichter Theo van Doesburg (I.K. Bonset) lieten er hun sporen na, fonetische etudes en stochastische variaties op bekende Nederlandse gedichten bestoken het onwennig oor en de nieuwsgierige reiziger kan kennis nemen van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van wangsynthesizing.

Na een optreden door Jaap Blonk van ongeveer een uur zal Samuel Vriezen hem ondervragen over techniek en inspiratie.

23 mei 2008, 20:30 uur

www.perdu.nl
perdu@perdu.nl