zaterdag 27 december 2008

Perdu houdt kerstreces tot Gedichtendag

De Avondenprogrammering van Perdu ligt (zo als te doen gebruikelijk in deze periode) eventjes stil, en wel tot donderdag 29 januari 2009. Dat is weliswaar geen vrijdagavond maar daar kunnen wij niks aan doen. In de tussentijd is de poëzieboekhandel van Perdu gewoon geopend (klik voor openingstijden hier)

Op 29 januari starten we het tweede deel van het seizoen met de 31 + 31 Dichtersmarathon, dat is een programma wat Perdu in 2009 voor de vierde keer gratis aanbiedt aan het publiek, en wel ter opluistering van de Gedichtendag.


31 + 31 Dichtersmarathon

Met: Mischa Andriessen, Jan-Willem Anker, Robert Anker, Erik Bindervoet, Pieter Boskma, Floor Buschenhenke, Sofie Cerutti, Daan Doesborgh, Hélène Gelèns, Piet Gerbrandy, Amarantha Groen, Elma van Haren, Krijn Peter Hesselink, Rozalie Hirs, Sylvia Hubers, Gert de Jager, Frank Keizer, Onno Kosters, Adriaan Krabbendam, Marc Kregting, Arthur Lava, Peter van Lier, Lamia Makaddam, Lieke Marsman, Nanne Nauta, Ester Naomi Perquin, Martin Reints, Jeroen van Rooij, Toon Tellegen, Han van der Vegt en Nachoem Wijnberg.


Na afloop fluisterdisco met DJ Dorps

HET WORDT AANBEVOLEN VOOR DE DICHTERSMARATHON TE RESERVEREN


Dat poëzie niet moeilijk is, bewijst Perdu jaarlijks op Gedichtendag. Niet door zich op die dag te beperken tot de eenvoudigste poëzie, maar juist door de poëzie in al haar diversiteit aan te bieden op een manier die vooral de nieuwsgierigheid prikkelt. Podiumbeesten en prevelaars, anekdotici en hermetici, vaklui en avonturiers, groentjes en grijsaards: ze staan naast elkaar en door elkaar op deze vierde editie van de 30 + 30 Dichtersmarathon. Zestig zeer uiteenlopende dichters komen in ongeveer tweeënhalf uur in een onverbiddelijk ritme voorbij.

Het concept is uitermate eenvoudig: dertig Nederlandse dichters lezen elk drie gedichten voor: twee van henzelf en één van een zelfverkozen collega uit het buitenland. Bij het voorlezen wordt de poëzie niet onderbroken door aan- of afkondigingen, bio- of bibliografische informatie of entr’acts en intermezzos. Zo kan de aandacht van de luisteraar zich volledig op de poëzie zelf richten, die zich aan hem presenteert als een constante stroom in een onverbiddelijk ritme van ruim tweeënhalf uur.

Wiens aandacht toch even verslapt, haakt zo weer aan bij de eerstvolgende dichter. Bovendien zet Perdu de traditie van de simultane marathonpublicatie voort. Na vorig jaar bij Prometheus een bloemlezing te laten verschijnen (die nog steeds besteld kan worden door een mail te sturen naar perdu@perdu.nl), werkt Perdu dit jaar samen met het interdisciplinaire webzine Blue Turns Grey. Na afloop van de Dichtersmarathon is daar een groot deel van de gelezen gedichten terug te lezen, waarbij steeds het buitenlandse gedicht gepaard is met het gedicht van zijn kiezer.
Een uitstekende gelegenheid om je onder te dompelen in poëzie uit Nederland en de rest van de wereld.


Let op: Afwijkende aanvangstijd: 19.45 uur; zaal open: 19.00 u.
Reserveren door hier te klikken.

donderdag 25 december 2008

Recensie: Sake van der Wall over "Project(s) for the New America: Emerson, Ives, Cavell"

Op 19 december organiseerde Perdu het programma "Project(s) for the New America: Emerson, Ives, Cavell". Deze avond werd bezocht door Sake van der Wall. Hij schreef er de volgende recensie over:


" Zes maanden geleden vroeg een vriendin me een column te schrijven over de Verenigde Staten, voor haar journalistieke project In Search of Americans. Ik zegde mijn medewerking toe, maar inmiddels zijn we een half jaar verder, is Obama gekozen, heeft de kredietcrisis de beurzen doen kelderen en is naar buiten gekomen dat ene meneer Madoff de wereld voor meer dan veertig miljard dollar heeft opgelicht – en mijn stukje is nog steeds niet af.

Waarom kon ik geen column over de Verenigde Staten schrijven? Natuurlijk had ik het heel druk met van-alles-en-nog-wat, maar daarnaast speelde mee dat ik nog nooit in de VS was geweest en het me tegenstond om vanuit mijn bureaustoel allerlei clichés te herkauwen over de oppervlakkige Disney-ziel, de arrogantie en allerlei andere mooie en minder mooie kanten van het land aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.

Vast staat echter dat de VS blijven fascineren. De gemiddelde Nederlandse hoogopgeleide spendeert meer tijd aan het volgen van een verkiezing waarbij hij niet mag stemmen dat aan zijn eigen parlementsverkiezingen. En je hoeft de televisie maar aan te zetten, een electronicawinkel binnen te stappen, of een studiegids open te slaan en je wordt overspoeld met allerlei Amerikaanse programma’s, uitvindingen, producten en ideeën.

Waar komt eigenlijk die fascinatie voor dit Wilde Westen vandaan? Dat vroeg ik me afgelopen vrijdag af in Perdu, tijdens de avond Project(s) for a new America: Emerson, Ives, Cavell. De titel verwijst naar een The project for a new America dat in de jaren negentig is opgericht door een aantal neo-conservatieven die later in de Bush regering zaten. Ze vonden dat Amerika een missie had: namelijk, zo nodig met militaire macht, de vrijheid in de wereld vergroten. Ruim een decennium later weten we waarop dit is uitgedraaid. Maar nu we aan de vooravond van een nieuw tijdperk in de Amerikaanse politiek staan, is het goed om na te gaan op wat voor ideeën over Amerika dit project is gestoeld. De drie namen in de titel van de avond verwijzen allen naar een cultureel-intellectueel figuur die zich met een funderingsmythe van de Verenigde Staten heeft bezig gehouden. Dit idee van wat Amerika moet zijn, kwam het sterkst naar voren in de lezingen over de filosofen Stanley Cavell en Ralph Waldo Emerson van respectievelijk Asja Szafraniec en Lucas Hüsgen.

Hüsgen betoogde dat de ideeën van de conservatieve kliek rond Bush overeenkomsten hebben met die van Emerson in zijn essay Heroïsm. Volgens Emerson is de ware held diegene die met de wapens opstaat tegen het kwaad, en zo overtuigd is dat hij handelt voor ons aller zieleheil dat hij niet van zijn missie is af te brengen. Klinkt bekend. Daarom zou Emerson de inval in Irak misschien ook wel hebben goedgekeurd als ‘een moment dat Amerika als Amerika definieert’. Ironisch genoeg baseert Emerson zich in zijn essay deels op de profeet Mohammed, aan wie hij het motto ontleende: ‘Paradise is under the shadow of swords.’ Dit autistische, messianistische denken verdwijnt echter niet uit de politiek nu Bush het Witte Huis verlaat. Volgens Hüsgen klinken dezelfde elementen van Emersons gedachten door in de stijl en de ideeën van Barack ‘Yes, we can’ Obama. Hüsgen: ‘De idee van de Jihad is Amerika niet vreemd.’

‘Amerika bestaat alleen maar in zijn ontdekking’, zei Szafraniec. ‘Wel kennen we de mythes over wat Amerika is, maar Amerika zelf kennen we niet. De ware ontdekking van Amerika heeft dus nog niet plaatsgevonden.’ Ze legde hiermee uit dat volgens Cavell de idee Amerika geen vastomlijnde betekenis heeft. Wat Amerika kan zijn hangt af van de betekenis die we aan het begrip geven, van de manier waarop we het woord gebruiken. Eén van de mythes van Amerika is volgens Cavell wel dat het de belofte in van vrijheid inhoudt.

De meest bijzondere bijdage van de avond was van Samuel Vriezen. Hij vertelde bevlogen, maar enigszins chaotisch over de componist Charles Ives over wie de mythe bestaat dat hij ‘in de betrekkelijke isolatie van de achterlijke, hoofdstedelijke muziek een nieuwe, Amerikaanse muziekstijl heeft gecreëerd.’ Vriezen vertelde over het leven van Ives, plaatste wat kanttekening bij de mythe, zonder al te diep op het onderwerp van de avond, de funderingsmythes in te gaan. Het mooiste moest toen echter nog komen. Vriezen, componist en pianist, sloot af met het opvoeren van het eerste deel van de Concord Sonata van Ives, dit deel is venoemd naar Emerson. "


maandag 15 december 2008

Recensie: Sake van der Wall over 'Bij vlagen collages... hommage aan Louis Lehmann'

Op 12 december organiseerde Perdu "Bij vlagen collages.... hommage aan Louis Lehmann". Deze avond werd bezocht door Sake van der Wall. Hij schreef er de volgende recensie over:



" ‘Het is troosteloos om te kijken naar een waslijn met een oneven aantal sokken,’ declameerde de dichteres Anneke Brassinga. Op vrijdagavond 12 december droeg ze voor in Perdu, maar niet uit eigen werk. De regel komt uit een gedicht van Louis Th. Lehmann aan wie zij samen met zeven andere kunstenaars in Perdu een hommage leverde.
De kunstenaars hebben zich door het leven en werk van Lehmann laten inspireren. Voor het gedicht van Lehmann had Brassinga een aantal gedichten voorgedragen waarin ze steeds één regel uit een gedicht van Lehmann afwisselde met een regel uit een gedicht van zichzelf. Daarna las ze een gedicht voor waarin ze om de twee regels wisselde.
‘Louis is eigenlijk een soort homo universalis, maar niet vanwege zijn fraai ontworden wapentuig zoals Leonardo da Vinci, maar om zijn zang en dans’, zei Dick Leutscher, een vriend van Lehmann en naar eigen zeggen net zoals hij een surrealist en eclecticus. Leutscher opende de avond met een aantal anekdotes over hun werk bij het surrealistische tijdschrift De schone zakdoek en speelde daarna een pianocompositie waarin hij de letters van Lehmanns naam omzette in noten om daarmee ‘de heimelijke melodie’ van zijn naam te laten horen.
Muzikaal was ook de bijdrage van Guus Janssen. Hij speelde zes zo verschillend mogelijke composities van Lehmann (die vooral als dichter naam gemaakt heeft), zoals de Art Noveau Rag, waarbij je met de stem van Eric Satie de volgende tekst moet uitspreken: ‘Think of Art Nouveau/Relax/Think intensely of Art Nouveau/ Think of the Wiener Secession/ Be fed up’. Janssen vertelde nog dat hij op het conservatorium een leraar als Lehmann had gemist, omdat Lehmann een bijzondere kennis had van allerlei bizarre en onbekende soorten muziek.
‘Ik heb een aantal gedichten van je verminkt, wat overigens een compliment is, omdat ik ze niet beter maken kon’, leidde Tsead Bruinja zijn lange gedicht Louis Louis in. De dichteres en activiste Diana Ozon droeg een aantal activistische gedichten van Lehmann voor zoals Winter 1983-84, gericht tegen de bouw van de Stopera, eindigend met: ‘er komt geen veld om opera’s te kopen.’ De activistische kant van Lehmann werd ook belicht door Hans Plomp uit het kunstenaarsdorp Ruigoord, die vertelde dat Lehmann het volkslied van Ruigoord had geschreven.
‘Zorg eerst maar dat je een goede baan hebt, voordat je gaat dichten.’ Dit was één van de vele citaten van Lehmann in het verhaal van Erik Bindervoet. Toen Lehmann op negentienjarige leeftijd debuteerde als dichter werd hij door Simon Vestdijk geroemd als het wonderkind van de Nederlandse poëzie. Deze vroege roem zat hem naar eigen zeggen in de weg als hij solliciteerde. Het verhaal van Bindervoet kreeg een persoonlijke noot doordat hij vertelde over de aardrijkskunde lessen die hij kreeg van Lehmanns vrouw.
Lehmann was zelf ook aanwezig. Het voormalige wonderkind is inmiddels ver over de tachtig; met een trillende stem droeg hij een aantal vertalingen uit het Engels en Spaans van zijn hand voor. Uit de vele verschillende bijdragen kreeg je een idee van de veelzijdige en dwarse kunstenaar die er achter deze grijze, kalende tachtiger schuilging. Dit beeld werd door de uitsluitend positieve bijdragen misschien iets te roze gekleurd, maar kritische bijdragen passen dan ook niet goed in een hommage. – Het was mij echter niet duidelijk waarom men hem eerde, maar misschien hoeft daar bij een dichter als Lehmann ook geen directe aanleiding voor te zijn. "

zondag 14 december 2008

Vrijdag 19 december 2008: Project(s) for the New America: Emerson, Ives, Cavell

Met: Lucas Hüsgen, Asja Szafraniec, Samuel Vriezen e.a.

'The world is nothing, the man is all; in yourself is the law of all nature, and you know not yet how a globule of sap ascends; in yourself slumbers the whole of Reason; it is for you to know all, it is for you to dare all. (...) this confidence in the unsearched might of man belongs, by all motives, by all prophecy, by all preparation, to the American Scholar. We have listened too long to the courtly muses of Europe.’ (Emerson, the American Scholar)

Met alle bombarie van de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten is het wel eens makkelijk te vergeten waar het idee ‘Amerika’ vandaan komt. Wat is de intellectuele achtergrond daarvan? Door middel van een avond waarin drie ‘foundational moments’ van het idee Amerika worden belicht, wil Perdu aandacht besteden aan literaire, muzikale en filosofische funderingsmythes van Amerika.

De transcendentalisten waren een groep schrijvers die in de negentiende eeuw trachtten een nieuwe Amerikaanse literatuur, en daarbij een vorm van intellectualisme te gronden. Zo schreef Ralph Waldo Emerson in 1837 The American Scholar, een lezing die wel de literaire onafhankelijkheidsverklaring van Amerika genoemd wordt. Charles Ives, Amerikaans componist, schreef de Concord Sonata: een muziekstuk bestaande uit vier delen, genoemd naar vier transcendentalisten, te weten Emerson, Hawthorne, Alcotts en Thoreau. Ives wilde hiermee een Amerikaanse muziek funderen. Ook in het werk van filosoof Stanley Cavell speelt het funderen van ‘Amerika’ een rol. Door terug te grijpen op het werk van de transcendentalisten vraagt Cavell zich af wat de funderende filosofische idee van Amerika is, en kan zijn.

Perdu heeft dichter en publicist Lucas Hüsgen, componist Samuel Vriezen en filosofe Asja Szafraniec, gevraagd de funderende momenten van Emerson, Ives en Cavell uiteen te zetten. Omlijst door een uitvoering van een gedeelte van Ives’ Concord Sonata door Samuel Vriezen wordt op deze avond via de literatuur, muziek en filosofie een zoektocht gestart naar de intellectuele fundamenten van het idee Amerika.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 20.00 uur
Reserveren via deze link

woensdag 10 december 2008

Vrijdag 12 december: "Bij vlagen collages... Hommage aan Louis Lehmann"

Foto: Alida Beekhuis

Met: Erik Bindervoet (o.v.), Anneke Brassinga, Tsead Bruinja, Guus Janssen, Dick Leutscher, Diana Ozon, Hans Plomp


‘Ook maakte hij bij vlagen collages [...] Zijn leven lang heeft Louis trein- en buskaartjes, entreebewijzen en zo meer bewaard, die hij ooit wilde verwerken tot een collage ‘Les voyages forment la jeunesse’.’ (Alida Beekhuis in de introductie van Laden ledigen. Een keuze uit hervonden werk. Bezige Bij, 2008)

Een avond rondom dichter, reiziger, scheepsarcheoloog, essayist, tekenaar, vertaler, componist, prozaïst, vrijdenker, (tango)danser, surrealist, deejay en eclecticus Louis Lehmann (1920).

Van mij kan men zeggen
dat ik mij verlies
in kleinigheden
Maar ook dat ik mij erin vind.

Perdu vroeg sprekers met een even scherp oog voor bijzaken als Louis Lehmann een collage te presenteren, op basis van zijn en hun eigen werk.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 20.00 uur.
Reserveren kan via deze link

maandag 8 december 2008

Recensie: Sake van der Wall over 'De Baal Shem Tov en de rol van het wonderlijke in het religieuze verhaal'

Op zondag 7 december presenteerde Perdu 's middags het programma 'De Baal Shem Tov en de rol van het wonderlijke in het religieuze verhaal'. Sake van der Wall bezocht Perdu en schreef over dit programma de volgende recensie:


Een kennismaking met de Chassidische verhaaltraditie

Op zondagmiddag 7 december voerde de metafysicus en godsdienstfilosoof Victor Kal in Perdu een groepje van ruim twintig mensen terug naar de vlakten van het 18e eeuwse Oost-Europa. Hij vertelde hoe in een gebied dat afwisselend tot Polen, Rusland of de Oekraïne behoorde, in stettles, Joodse gemeenschappen in armoede leefden. In zo'n gemeenschap werd in 1698 de latere rabbi Baal Shem Tov (Basht) geboren. Dit was de stichter van het Chassidische jodendom, een stroming die eerst slechts in de marges van het joodse geloof bestond, maar in 150 jaar uitgroeide tot één van de grootste facties van het jodendom; inmiddels heeft de beweging over een groot deel van de wereld volgelingen.
In de Chassidische traditie nemen verhalen een belangrijke plaats in. Het leven en de leer van Baal Shem Tov worden overgeleverd door realistische vertellingen en parabels. In Perdu werd daarom niet alleen door Kal een lezing gegeven over de Chassidische verhaaltraditie, maar werden er ook een aantal verhalen voorgelezen door Fajga Szmulewicz. De bekendste Chassidische verhalenverteller is waarschijnlijk Isaac Bashev Singer, die in de jaren 30 van de twintigste eeuw naar De Verenigde Staten emigreerde en in 1978 de Nobelprijs voor de literatuur kreeg.
Szmulewicz las eerst het verhaal ‘waarom de rijke arm werd’ voor. De zaken van een rijk man, van een weldoener, die één dochter heeft, gaan opeens slecht. De man vraagt steeds aan de Baal Shem Tov waarom god de zaken slecht laat gaan, maar de Basht geeft geen antwoord. De man wordt arm en zijn dochter wordt verliefd op een arme herder. Ze trouwen. Daarna gaat het de weldoener opeens weer voor de wind. Hij heeft nog slechts één grief, namelijk dat zijn enige dochter met zo’n slechte partij is getrouwd. Hij gaat naar de Basht en vraagt om opheldering. De Basht vertelt hem dan dat het huwelijk zo door God is voorbestemd. De dochter en haar herder leefden nog lang en gelukkig.
Volgens Kal is het belangrijke van dit verhaal dat er in het middenstuk iets voor de hoofdpersoon verborgen blijft: de weldoener weet niet waarom zijn zaken opeens slecht gaan en krijgt daarop van de Basht ook geen antwoord. Maar omdat er volgens het Chassidisme ‘geen plek is waar God niet is’, zal de voorzienigheid er wel achter zitten, hebben de onbevattelijke gebeurtenissen een reden. Volgens Kal is dit een veel voorkomende gedachte binnen het joodse geloof, maar brengt Baal Shem Tov hem door de verhalen voor het eerst naar het niveau van de gewone man, in wiens leven ook veel verborgen blijft.
De kennismaking met het Chassidische verhaaltraditie eindigde na de pauze met een ingekorte lezing van ‘sparen voor het paradijs’ van Bashev Singer. Behalve een mooie illustratie bij de vele religieuze ideeën die die middag naar voren waren gekomen, smaakte dit naar meer, naar meer Chassidische verhalen.

zaterdag 6 december 2008

Recensie: Sake van der Wall over 'Toon Tellegen leest "Raafvogels"'

Op 4 december organiseerde Perdu een programma met als titel Toon Tellegen leest 'Raafvogels'. Sake van der Wall bezocht deze avond en schreef onderstaande recensie:


" Toon Tellegen kende ik nauwelijks, voordat ik afgelopen donderdag naar Perdu ging. Ik was wel eens met zijn werk in aanraking gekomen bij een meisje thuis, die me enthousiast iets liet lezen over een mier, een sprinkhaan of een lieveheersbeestje die praatte over de zin van het leven en allerlei andere diepe dingen. Er ging van deze dierenverhalen wel een zekere charme uit, maar ze konden mij niet echt boeien. In de gesprekken van de dieren werden grote woorden klein gebracht, maar voor mij kwam de noodzaak om ze überhaupt te brengen niet over.

In Perdu ging het afgelopen donderdag 4 december niet over dieren. Anders dan de titel Raafvogels doet vermoeden gaat de dichtbundel niet over raven of vogels, maar over een gezin, met een vader in de hoofdrol. Toon Tellegen droeg de hele bundel voor, waarbij Albert van Veenendaal tussen twee gedichten in steeds een paar akkoorden op de piano speelde, de ene keer donker en dreigend de andere keer dissonant en pijnlijk.

In zijn inleiding vertelde Tellegen dat hij twaalf jaar geleden aan een roman begon over een zeventienjarige jongen met verbeeldingskracht. De jongen verzon eerst een familie, daarna zijn imaginaire zelf en ten slotte kreeg hij een psychose en belandde in een kliniek. Omdat Tellegen de roman mislukt vond, verscheurde hij vijf jaar geleden het manuscript en gooide de snippers in de Stadhouderskade – dat vertelde hij tenminste. Alleen de gedichten die de hoofdpersoon over zijn verzonnen vader schreef, bewaarde Tellegen en publiceerde ze later als Raafvogels.

Ieder gedicht van de bundel begint met de woorden ‘Mijn vader’, vervolgens komt er een sleetse uitdrukking. De vader ‘waste’ bijvoorbeeld ‘zijn handen in onschuld’, ‘kookte in zijn sop’, en ‘raakte aan lager wal’. Tellegen gebruikt de clichés echter bewust. Hij speelt er een spel mee. Zo schrijft hij: ‘Mijn vader speelde met vuur en vloog in brand’ en ‘Mijn vader liep in zeven sloten, maar mijn moeder verdronk’. Dit spel zorgt voor eenzelfde soort komisch effect als de gesprekken in de dierenverhalen, en net zoals de dieren komt de vader regelmatig in aanraking met het diepere en existentiële. Ook bij Raafvogels ontging me echter de reden hiervoor en ik had niet het idee dat het meer was dan spielerei.

Dat is jammer, want Raafvogels roept wel allerlei vragen op. Waarom schrijft hij zo afstandelijk over een vader, over een vader die bovendien ook nog eens verzonnen is? Wilde Tellegen met zijn woordspelletjes meer bewerkstelligen dan een droogkomisch effect? En waarom worden al die grote woorden alleen maar genoemd, terwijl poëzie traditioneel een genre is dat iets toont en je dingen laat invoelen? Het was jammer dat Tellegen na afloop hierover niet werd geïnterviewd, dan had je op de avond iets meegekregen dat je niet krijgt als je alleen de bundel leest.

Dit zijn echter wel allemaal vragen over de literaire keuzes van de auteur. De gedichten zelf bleven voor mij een rustig, voortkabbelend spel met uitdrukkingen – best prettig om naar te luisteren, zeker omdat Tellegen een mooie, rustige stem heeft, maar niet voor veel langer dan een paar gedichten. De gedichten prikkelden niet, niet mijn verbeelding en niet mijn verstand. Natuurlijk hoeft dat ook niet. Maar als een schrijver zoveel woorden wijdt aan ‘het diepere’ en ‘het hogere’, wil ik op zijn minst een keer meegenomen worden naar de diepten van de taal en die zogenaamd diepere zaken ervaren. "

vrijdag 5 december 2008

Tellegen en Perdu in stripreportage nrc.next

Met de voorstelling Toon Tellegen leest Raafvogels in Perdu als aanleiding, maakte tekenaar Michiel van de Pol in nrc.next in een stripreportage een verstripping van een gedicht uit Tellegens bundel Als we vlammen waren (Querido, 1996).

Klik hier om de stripreportage te bekijken.

maandag 1 december 2008

Zondag 7 december: de Baal Shem Tov en de rol van het wonderlijke in het religieuze verhaal

Met: Victor Kal en Fajga Szmulewicz

‘Someone who believes in all the stories of the Baal Shem Tov and the other mystics and holy men is a fool; someone who doesn’t believe any of them is a heretic.’ (Chassidisch gezegde)

De joodse religie kent een rijke traditie van verhalenvertellers. Een van de bekendste voorbeelden van deze traditie is de Baal Shem Tov (1698/1700-1760). In de vele verhalen van de Baal Shem Tov, die met zijn leer de basis legde voor het chassidische jodendom, speelt het bovennatuurlijke en het wonderlijke een grote rol. Zelfs in de biografische gegevens van de Baal Shem Tov vloeien wonderlijke anekdotes en historische informatie in elkaar over. Maar wat is precies de rol van het wonderlijke in zijn verhalen? Wat is de kracht van het wonderlijke verhaal?
De verhalen zijn gemaakt om voor te dragen, Perdu wil dan ook een aantal van deze verhalen, zoals het hoort, tijdens deze middag ten gehore brengen. Daarbij heeft Perdu Victor Kal, specialist in de filosofie van de joodse religie, gevraagd om tijdens deze avond een interpretatie te geven van de wonderlijke verhalen van de Baal Shem Tov. Voor Kal is het wonderlijke verhaal een manier om de alledaagse wereld te openen en een ruimte te scheppen om ‘te zien met het hart’.

Aanvang: 15.00 uur; zaal open: 14.30 uur
Reserveren kan via deze link.

Donderdag 4 december 2008: Toon Tellegen leest 'Raafvogels'

Met: Toon Tellegen en Albert van Veenendaal


(2e foto: Monique Besten)

Op basis van het grote aantal reserveringen geldt: de voorstelling is uitverkocht.
Perdu werkt met een wachtlijst waar u uw naam op kunt laten zetten. Mensen op de wachtlijst kunnen (voor zover de voorraad strekt) in aanmerking komen voor de niet opgehaalde kaartjes. Maak een reservering voor instructies/een plaats op de wachtlijst.


"Jaren geleden verzon ik iemand die ik mijn vader noemde. Het was op een ochtend, heel vroeg, ik kon niet meer slapen, ik herinner het mij nog goed. Mijn vader toonde zich niet verbaasd dat hij opeens zomaar uit het niets ontstond, en verzon, op zijn beurt, mijn moeder, mijn broers en mij. Hij bedacht ook, diezelfde ochtend nog, het leven dat wij moesten leiden."

Raafvogels is een bundel vol met gedichten over een verzonnen vader. Een dikke bundel met een grote eenheid, die Tellegen vorig jaar in de week van het luisterboek in een avondvullende voorstelling integraal voorlas in het BonBontheater in Amsterdam. Hij werd daarbij begeleid door pianist Albert van Veenendaal. Op 4 december brengt het duo deze bijzondere voorstelling opnieuw in Perdu, voorafgegaan door een inleiding van Tellegen zelf. Een unieke kans om een avond lang naar deze grote dichter te luisteren.

Aanvang: 20.30 uur; zaal open: 19.30 uur.
Reserveren via deze link