zaterdag 15 november 2008

Recensie: Erik Bloem over 'De Uitgestelde dood van Jacques Rigaut'

Op 7 november organiseerde Perdu een programma met als titel De uitgestelde dood van Jacques Rigaut. Erik Bloem bezocht deze avond en schreef onderstaande recensie:


Er is niets mogelijk, zelfs geen zelfmoord

Met deze woorden die nazingen in mijn hoofd word ik de donkere stad in gestuurd. Ik was op vrijdag 7 november op zoek naar Jacques Rigaut, naar een kader, maar eigenlijk moet ik concluderen dat ik het niets om hem heen gevonden heb en daarin moet blijven rondzwemmen.

De avond begint met een dialoog en een monoloog, teksten van Rigaut die een kijkje geven in zijn donkere geest. Als publiek worden we zo midden in het leven van deze getroebleerde man geplaatst. Vooraf wordt aangekondigd dat de avond niet erg theoretisch zal zijn en dat we met vragen bij Dirk van Weelden terecht kunnen. Onthutst kijk ik om me heen, op zoek naar aanknopingspunten, maar vooralsnog niets om me aan vast te houden. Er is alleen de gesproken tekst, de prachtige tekst. ‘Zelfmoord is een laatste toevlucht, nauwelijks minder weerzinwekkend dan een ambacht, of een moraal.’ Rigaut ziet zijn dood dus als nederlaag, maar wordt postuum gevierd om zijn verzet, wanhoop, verwaandheid en akelige obsessie met zelfmoord. Althans, zo blijkt uit de teksten die ik raadpleeg na afloop van de avond.

Van Weelden geeft een uiteenzetting over de manier waarop hij en zijn lotgenoot Martin Bril rond hun twintigste levensjaar gefascineerd werden door de man die besloten had te sterven, die door het niets omhuld werd als het water. Bij de twee twintigers was de mogelijkheid van een toekomstig schrijverschap echter een uitweg uit deze zwaarmoedige toestand en zij konden dan ook slechts tijdelijk meevaren op de stroom die Rigaut wel onvermijdelijk tot de afgrond voerde. Rigaut zegt dat je geen leven kunt leiden met kunst bedrijven. Hij stelde zijn leven en denken in dienst van zelfmoord.

De pauze wordt gevolgd door een korte inleiding van Kees Hin op De enkele jaren uitgestelde dood van Jacques Rigaut, een in 1980 uitgebrachte film van zijn hand. Dit bijzonder inspirerende werk was echter de laatste hoop op verduidelijking. Al gauw blijkt dat het leven van Rigaut hier op tamelijk abstracte wijze wordt vertaald: in het Nederlands, in beelden en in geluiden. En zo verliest ook de film de broodnodige vaste grond die nodig was om op waardige wijze beleefd te worden.

De avond droeg vooral bij aan de mystiek die rond Rigaut bestond, terwijl mijns inziens hier en daar wat achtergrond een onmisbaar kader zou hebben geschapen voor de onwetende toeschouwer. Geen enkele informatie lijkt geput te zijn uit de in 1998 verschenen biografie van Laurent Cirelli over de Fransman, getiteld Jacques Rigaut, portrait tiré. Ook de opkomst van het dadaïsme (in 1916) tijdens de Eerste Wereldoorlog, ontstaan uit een gevoel van walging over een cultuur die zo’n oorlog voortbracht, bleef onderbelicht. Rigaut maakte deel uit van deze beweging en was tevens gelegerd aan het einde van de oorlog. Hij verliest er een zeer goede vriend, en maakt zo - al op jonge leeftijd - van dichtbij kennis met de dood die hij ruim tien jaar later in zijn armen sluit.

Zoals gezegd, het affiche was veelbelovend, maar wie Jacques Rigaut zocht, heeft hem denk ik niet mogen aanschouwen. De schrijver zelf formuleert het echter treffend: ‘De prairie blijft open voor hen die niets hebben gevonden.’

Andere uitspraken die wellicht het vermelden waard zijn:

‘Het belangrijkste was dat ik het besluit genomen had te sterven, en niet dat ik werkelijk stierf.’

‘Ik heb nooit gelachen, behalve als ik lachte.’

‘Ik ben een man die probeert niet te sterven’

‘Als ik wakker word, gebeurt dat tegen mijn zin’

‘Ik bemin u genoeg om niets te zeggen te hebben’

‘Hoe meer mij wordt afgenomen, hoe meer ik bezit’

Erik Bloem

Geen opmerkingen: