maandag 30 september 2013

4 oktober 2013: Perdu leest langzaam #3: Rouw met diertjes van Astrid Lampe

Met: Astrid Lampe, Tonnus Oosterhoff, Willem Bongers-Dek, Frank Keizer en Anne Becking (gespreksleider)

In het middelpunt staat één recent verschenen bundel. Een dichter draagt voor. Drie sprekers verhouden zich tot het werk en doen elk in tien minuten hun leeservaring uit de doeken. Daarna gaan de critici en publiek met elkaar in gesprek.

Eén bundel, een dichter, drie referenten en een publiek. Dit vormen de basisingrediënten van Perdu leest langzaam. Voor elke aflevering geldt dat het publiek ruim de gelegenheid krijgt tot het stellen van vragen – lees de bundel vooral van tevoren!

Tijdens de eerste aflevering bespraken we de bundel van alle angst ontdaan van Hans Groenewegen. Voor de tweede aflevering selecteerde Perdu de bundel Liefde en aarde van Tom van de Voorde. De derde aflevering staat in het teken van Rouw met diertjes van Astrid Lampe. Die bundel verscheen afgelopen jaar bij Uitgeverij Querido.



‘Astrid Lampe blijft de dichter van regels die je als lezer binnenstebuiten keren (‘haar suiker plofjes in zijn mond’) maar keert in deze bundel voor het eerst zichzelf, tenminste: een ik, binnenstebuiten. Een ik die rouwt, die onderzoekt hoe het zijn kan: de dood. Maar wel op een compromisloze eigenzinnige manier: beweeglijk, onbevreesd voor het donker, voor ground zero, het hitteschild, het sluipend dier dat de geliefde meeneemt. ‘Nog even en de grond hoest wit een werveltje op’: zo dierbaar kan een beeld dan worden. Mind your step!’

Over de dichter:

‘'Ik wil in mijn gedichten schakelen, zodat je niet blijft hangen. Daardoor springt een andere betekenis los.”

Astrid Lampe is dichter, acteur en regisseur. In 1997 verscheen bij Querido haar debuutbundel Rib, genomineerd voor de C. Buddingh´- prijs. Hierop volgden De Sok Weer Aan (2000) en De Memen Van Lara (2002), beide genomineerd voor de VSB-poëzieprijs. Voor Spuit Je Ralkleur (2005), ontving Astrid Lampe in 2006 de Ida Gerhardt Poëzieprijs en in 2007 de Schrijversprijs der Brabantse Letteren. In 2008 verschenen de bundels PARK SLOPE / K'NEX studies en LIL(zucht).

Over de referenten:

Tonnus Oosterhoff is een gelauwerde dichter. In 1990 verscheen zijn poëziedebuut Boerentijger, dat bekroond werd met de C. Buddingh’-prijs. Nadien heeft hij zo ongeveer alle grote Nederlandse poëzieprijzen ontvangen, waaronder de VSB Poëzieprijs voor Wij zagen ons in een kleine groep mensen veranderen in 2003. In 2012 ontving hij voor zijn hele oeuvre de P.C. Hooftprijs.

Willem Bongers-Dek is literatuurwetenschapper, criticus en dichter. Hij geeft gastcolleges aan verschillende universiteiten (Boekarest, Jakarta, Sheffield, Utrecht). Daarnaast werkt hij als literair programmator voor het Vlaams-Nederlands Huis deBuren en als redacteur van citybooks (www.city-books.eu). Hij was hoofdredacteur van Vooys en is kernredactielid van DW B.

Frank Keizer is dichter, criticus, vertaler en redacteur. In zijn chapbook Dear world, fuck off, ik ga golfen neemt hij met harde gedichten onze maatschappij de maat. Met Maarten van der Graaff en Daniël Labruyère richtte hij in 2012 het online literaire periodiek Samplekanon. Bij Uitgeverij Perdu verscheen dit jaar de integrale vertaling die hij samen met Samuel Vriezen verzorgde van de bundel Disaster Suites van Rob Halpern.

Entree: 10 euro / 5 euro voor vrienden, studenten, stadspashouders
Aanvang 20:30 uur; deur open 20:00 uur
Reserveren kan hier.

vrijdag 20 september 2013

27 september 2013: Vers van het mes XXVI

Met: Jeroen Theunissen, Leen Verheyen en Nickie Theunissen.

Al sinds 2003 nodigt Perdu nog niet gedebuteerde dichters uit om uit eigen werk voor te dragen en te reflecteren op hun dichterschap. Dat gebeurt tijdens de programmareeks Vers van het Mes. Sinds de vijfentwintigste editie is deze serie een internationale reeks met afleveringen in Amsterdam en Gent, georganiseerd door Perdu, het Poëziecentrum en deBuren.

Vers van het Mes is geen poetry slam, geen open podium, geen wedstrijd. De deelnemers krijgen de tijd en de gelegenheid zich uitgebreid te presenteren. Dit doen ze middels poëzievoordrachten en het uitspreken van een kleine poëtica over hun werk, het poëzielandschap en hoe ze zichzelf daarin zien.

We nodigen voor elke editie onontdekte Vlaamse en Nederlandse dichters uit. Daarnaast is er telkens een dichter te gast die optrad tijdens een van de vorige edities en inmiddels een indrukwekkend oeuvre heeft opgebouwd.

Jeroen Theunissen  is schrijver en deeltijddocent cultuurgeschiedenis aan de film- en theaterschool RITS. Het literaire werk van Jeroen Theunissen is tegendraads, maar wordt desalniettemin vaak geprezen. Hij publiceerde de dichtbundels Thuisverlangen (2005) en Het zit zo (2009). Eind maart 2013 verscheen zijn vierde roman, De omwegen, een complex familieverhaal en kroniek van onze tijd.

Theaterschrijfster en dichter Leen Verheyen (1984) studeerde drama aan het conservatorium te Gent en behaalde een bachelor in de wijsbegeerte (Universiteit van Antwerpen). Verschillende toneelstukken van haar hand werden opgevoerd. Ze schrijft theaterteksten, proza en poëzie. In haar indrukwekkende tekst Smallfilm (Braakland/ZheBilding) vinden deze drie genres elkaar terug in een beklemmende atmosfeer waarin de verantwoordelijkheid van de voyeur in vraag wordt gesteld.

De dichter Nickie Theunissen (1969) zat tussen tussen1988 en1994 op St Joost. de kunstacademie in Breda en studeerde filosofie in Leiden. Beide opleidingen laten hun sporen na in haar werk. In 2011 debuteerde zij in tijdschrift Tirade met negen gedichten en een jaar later verscheen het door haar geïllustreerde kinderboek De ontvoering van Mona Lisa. Afgelopen zomer rondde zij haar opleiding af aan de Schrijversvakschool Amsterdam met de bundel Lassoleegte.


Organisatie: deBuren, Perdu en het Poëziecentrum, met steun van de Nederlandse Taalunie

Entree: 10 euro / 5 euro voor vrienden, studenten, stadspashouders
Aanvang 20:30 uur; deur open 20:00 uur

Reserveren kan hier.

20 september 2013: Radicaal lezen - De zinnen van literatuur

Met: Gijsbert Pols, Aukje van Rooden, Daniël Rovers, Johan Sonnenschein en Gaston Franssen (gespreksleider).

‘Let’s talk about text, baby’ luidde het manifest dat Daniël Rovers in 2012 op De Reactor plaatste. Hij riep op literatuur weer te lezen en te bestuderen als een kunstvorm die de kracht heeft om met louter woorden werelden open te leggen én te ondermijnen. Daarvoor is allereerst aandacht nodig voor de esthetische opbouw van de literaire tekst, iets wat de laatste decennia steeds verder uit het blikveld van de literatuurwetenschap dreigde te verdwijnen. Dat de tijd is gekomen voor een hernieuwde aandacht voor de literaire tekst, met zijn hoogsteigen structuur, klank, ritme en beeldenschat, vindt ook een aantal jonge literatuurwetenschappers. Zij richten zich weer op de vorm van de tekst en het oeuvre, en komen zo tot nieuwe inzichten in de (politieke) werkelijkheid.

De avond wordt ingeleid door Gijsbert Pols die in een korte lezing zal ingaan op de vraag wat we kunnen leren van de traditie van het estheticisme, terwijl hij ook kritiek zal leveren op de terug-naar-de-tekst beweging die in de VS als New Formalism bekend staat.

Vervolgens gaan Aukje van Rooden, Daniël Rovers en Johan Sonnenschein op zoek naar het esthetische moment in de literatuur en de ideologische implicaties daarvan. Aan de hand van een fragment uit een literair werk dat hen aan het hart gaat, zullen ze laten zien hoe compromisloze aandacht voor de eigenheid van een tekst kennis kan verschaffen over de schrijver en de ideeëncomplexen die onherroepelijk aan tekst en oeuvre ten grondslag liggen. Op die manier wordt duidelijk dat literatuur een opening naar de wereld kan forceren en aldus de mogelijkheid van een alternatief ter sprake brengt.

Afsluitend is er een discussie onder leiding van Gaston Franssen. Over de slagkracht van esthetiek, de valkuilen van het formalisme en de mogelijkheid om uit syntaxis, woordkeus en metaforiek politieke en levensbeschouwelijke overtuigingen af te leiden. Met als centrale vraag: hoe wordt een terugkeer naar de tekst een stap vooruit?

Gaston Franssen
is universitair docent Literature & Diversity aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 2008 promoveerde op het proefschrift Gerrit Kouwenaar en de politiek van het lezen.

Gijsbert Pols  is als literatuurwetenschapper verbonden aan de Freie Universität Berlin en publiceert regelmatig kritieken op, onder meer, De Reactor.

Aukje van Rooden  is filosofe en literatuurwetenschapper. Zij publiceerde in tijdschriften en verzamelbundels over de verhouding tussen literatuur en politiek bij onder anderen Maurice Blanchot en Jean-Luc Nancy. In 2010 promoveerde ze op het proefschrift: L'Intrigue dénouée. Politique et littérature dans une communauté sans mythes. Sinds 2012 is ze als universitair docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.

Daniël Rovers is schrijver, onder meer van de romans Elf en Walter. In 2012 verscheen zijn boek De figuur in het tapijt. Op zoek naar zes auteurs, een bewerking van zijn proefschrift.

Johan Sonnenschein schreef het proefschrift Kentering wending knik. Dynamiek in modern dichterschap (Herman Gorter, M. Nijhoff, Willem Jan Otten). Hij werkt aan de Université de Liège en is redacteur van nY.

Entree: 10 euro / 5 euro voor vrienden, studenten, stadspashouders
Aanvang 20:30 uur; deur open 20:00 uur

Reserveren kan hier

zaterdag 14 september 2013

15 september 2013: Read my world / Lucebert

READ MY WORLD | Lucebert

‘ik ben geen lieflijke dichter / I am no sweet rhymer’ - Lucebert in internationaal perspectief

15 september
Aanvang 18.00 uur.
In de Tolhuistuin.
Voertaal: Engels.

Met: Yasser Abdel Latif, Rob Halpern, Thomas Möhlmann (gespreksleider), Doro Wiese en Arie Boomsma

 Naar aanleiding van het verschijnen van: Lucebert. The Collected Poems Volume 1

Het volledig poëtisch werk van Lucebert (1924-1994), de bekendste naoorlogse experimentele dichter van Nederland, wordt naar het Engels vertaald. Onlangs verscheen het eerste van de vier beoogde delen, met daarin Luceberts poëzie tot en met 1952. In de Nederlandse literatuurgeschiedenis is Lucebert stevig verankerd, maar internationaal geniet hij, ondanks een aantal vertalingen van zijn werk, nog weinig bekendheid. Met deze nieuwe vertaling is het werk toegankelijk geworden voor een groot en internationaal publiek.

Hoe reageert het internationale publiek op deze experimentele poëzie? Tijdens dit programma wordt Luceberts werk tweetalig voorgedragen en reageren dichters en lezers uit verschillende landen en vanuit diverse contexten op de poëzie. Hoe werkt de experimentele en ‘proefondervindelijke’ poëzie van Lucebert voor hen en zijn zij in staat de traditionele receptie van Lucebert open te breken?

Yasser Abdel Latif studeerde filosofie in Caïro en publiceerde gedichtenbundels, romans en korte verhalen. Momenteel woont hij in Canada.

Rob Halpern is dichter. Hij woont en werkt in San Francisco. De Nederlandse vertaling van zijn bundel Disaster Suites (Rampensuites) door Frank Keizer en Samuel Vriezen wordt gepresenteerd tijdens Read My World.

Thomas Möhlmann is dichter, redacteur van poëzietijdschrift Awater en medewerker van het Nederlands Letterenfonds.

Doro Wiese, PhD is docent bij de afdelingen Comparative Literature en Gender Studies aan de Universiteit Utrecht. Haar boek The Powers of the False. Reading, Writing, Thinking beyond Truth and Fiction verschijnt binnenkort bij Northwestern University Press.

Arie Boomsma (1974) is schrijver, programmamaker en groot liefhebber van poëzie. Hij presenteerde onder andere het televisieprogramma Uit de kast en stelde de poëziebloemlezing Met dat hoofd gebeurt nog eens wat (2011) samen. In oktober verschijnt zijn nieuwe bloemlezing Waarom ben je niet bij mij.

15 september 2013: Read my world / Documented reality

READ MY WORLD | Documented Reality

Aanvang: 20.30 uur.
In de Tolhuistuin.
Voertaal: Engels.

Met: Frank Westerman, Mattijs van de Port, Jack Segbars, Chris Keulemans (gespreksleider), e.a.

 Het Read My World-festival onderzoekt het grensgebied tussen de literatuur en de (onderzoeks-) journalistiek. Het festival daagt de auteurs uit om verhalen te presenteren die voorbij gaan aan 'de vluchtige headlines waarin het nieuws ons doorgaans bereikt’.

Maar hoe zien die verhalen er dan uit? En hebben ze de literatuur iets te bieden? Of juist eerder de journalistiek? Wie het volgende citaat van Samuel Vriezen (uit Parmentier 19-1, 2010) leest over de literaire verwerking van Grunbergs bezoeken aan Afghanistan (en de receptie daarvan), zou dit in twijfel kunnen trekken:

Zoals Baudrillard ooit suggereerde dat de Golfoorlog nooit heeft plaatsgehad, zo zou je kunnen betwijfelen of Grunberg wel in Afghanistan is geweest. Met andere woorden: ik vraag mij af of zijn bezoek aan conflictgebieden wel wezenlijke sporen heeft achtergelaten in zijn werk. Uit de Grunberg-receptie kun je in elk geval niet opmaken hoe zijn stukken en romans de sporen dragen van zijn Afghanistan-ervaring. Buelens, Vaessens en Van Dijk leggen alledrie de nadruk op de literaire verwerking van de werkelijke ervaring tot een verhaal. Buelens analyseert daarbij zelfs hoe de beschrijving van een raketaanval in de uiteindelijke column sterk afwijkt van de eerste beschrijving ervan op Grunbergs blog; in de latere tekst is er een traditioneel (jüngeriaans) motief ingeslopen, namelijk dat het levensgevaardlijke van de oorlog roesopwekkend werkt. "Het is [Grunberg] om de literaire verwerking van waarachtige ervaringen te doen," zegt Vaessens. Jawel, maar waar is Afghanistan dan nog? (p 40)

De literair-journalistieke verhalen die Grunberg ons presenteert, geven de lezer geenszins een beeld van wat de auteur in Afghanistan heeft meegemaakt. Zijn verslagen lijken daarmee niet dezelfde nieuwswaarde te hebben als die van kranten of dagbladen. Waar schuilt die waarde dan wel in? In het literaire? In de taal?

Wat Grunberg via de verhalen wellicht zichtbaar probeert te maken, is de afstand die heerst tussen de werkelijkheid en de (talige) representatie hiervan. Vriezen noemt dit in hetzelfde artikel een 'gapend werkelijkheidstekort'. Hoe literatoren pogingen doen om dit gapende werkelijkheidstekort te omzeilen - die vraag staat centraal tijdens dit programma over documenterende literatuur.

Hoe ‘dichten’ schrijvers de kloof tussen de werkelijkheid en haar (talige) representaties? Welk effect gaat van een tekst zelf uit? Welke rol speelt de af- of aanwezigheid van de schrijver in sociaal en politiek complexe omgevingen? Hoe zien de schrijvers hun eigen rol in die context? Hoe gaan zij om met politiek gekleurde archieven en bronnen, en in hoeverre valt er literair te documenteren als de werkelijkheid zich op intense wijze aan de auteur opdringt?

Met deze vragen onderzoeken schrijvers, kunstenaars, academici en journalisten uit Egypte, Palestina en Nederland (de status van) documenterende literatuur op haar realisme en werkelijkheidstekort.

15 september 2013: Read my world / Rampensuites

READ MY WORLD | Rampensuites
Read My World festival, Tolhuistuin Amsterdam
‘In woorden zonder toekomst zoeken we toegang’ - Over Rampensuites van Rob Halpern

16.00 – 18.00 uur
Taal: eng/nl
Locatie: Tolhuistuin, tuinhuis

Met: Jacob Groot, Rob Halpern, Frank Keizer, Samuel Vriezen, Thijs Witty

Sinds juni 2013 is er de Sporenreeks, een nieuwe reeks van Uitgeverij Perdu die uit vertalingen bestaat van hedendaagse experimentele poëzie. Tijdens Read My World bespreekt Perdu de tweede titel uit deze serie: Rampensuites van de Amerikaanse Rob Halpern, vertaald en van een nawoord voorzien door Frank Keizer en Samuel Vriezen.

De gedichten in Rampensuites zijn ontstaan in 2005-2006, onder het presidentschap van George W. Bush. Het zijn registraties van een rampzalig politiek landschap, die tegelijkertijd openingen willen bieden voor een andere wereld. Middenin de rampspoed, een 'lotloos' geworden universum waarin wij niet langer op de sterren kunnen varen, zingt Halperns poëzie met een pittige lyrische stem vol verlangen, meeslepend, compact en complex, en toch herkenbaar als taal van onze wereld. Natuurrampen, politiek, oorlog, film en tv, seks, filosofie, economie en liefde vermengen zich in een pakkend ritme, waarin de dichter binnen elk woord de strijd om betekenis aangaat in naam van het zingende lichaam, tegen alle verdrukking in.

---

De Sporenreeks verschijnt in zeer beperkte oplage en bestaat uit vertalingen van hedendaagse experimentele poëzie. Van start ging de uitgeverij met de dichtbundel Oorbellen, buiken en eenzaamheid , een vertaling van twee bundels prozagedichten van de Roemeense dichteres Doina Ioanid (1968, Boekarest). De vertaling werd verzorgd en van een nawoord voorzien door Jan H. Mysjkin.

BOEK BESTELLEN? Maak dan 17,50 EUR (excl. verzendkosten) of 20,00 EUR (incl. verzendkosten) over naar 5129855 t.n.v. Stichting Perdu, onder vermelding van 'Oorbellen' / ‘‘Halpern’, uw naam en adres.

Een jaar abonneren op de reeks? Ontvang 5,00 EUR KORTING en maak 30,00 EUR (excl. verzendkosten) of 35,00 EUR (incl. verzendkosten) over naar 5129855 t.n.v. Stichting Perdu, onder vermelding van ‘Sporenreeks’, uw naam en adres.