dinsdag 20 september 2011

Vers van het Mes: Maarten van der Graaff

Aanstaande vrijdag vindt in Perdu de eenentwintigste editie van Vers van het Mes plaats. Voor deze editie vroegen we de deelnemende dichters zichzelf te introduceren met een gedicht. Maarten van der Graaff schreef speciaal voor Perdu het gedicht 'De atleet vertrouwt zijn sprong':


De atleet vertrouwt zijn sprong


I

Weet dat vandaag, in de namiddag, ondanks alle profetie
ën, keurige moordenaars,
kruisvaarders, banieren, vertrapte terroristenkoningen, bloedgeur en beursastronauten

alles zal zijn opgelost.

Iedereen is dan iedereen in allen, Gene Swenson

is Maarten van der Graaff.

Ik heb een boek gevonden, maar kom er niet toe het te lezen.

(Alleen achtergebleven.) Gedrag is mijn plicht. Ik moet beweging arrangeren tot ik buiten elke byte ben

beland. Door het ene onweerstaanbaar aangetrokken, door het ander ontstaan, bevinden wij ons zowel in de toestand van de elektrische tegenwoordigheid als in die van het heldachtige offer aan het

gulzige water. Emails aan jou, nou ja, dat weet je. De binnensmonds gezongen psychopatenliedjes in de bus dwingen mij niets te doen.

Diagnose: onder Afrikaanse hemel verlang ik naar een

somber Rusland

dat er natuurlijk niet is. Hoe moet ik er dan vanaf komen?

Die vraag zou ik je willen stellen.



II
Niemand durft zich te verroeren,

de knarsende wielen smeken om olie,

maar wij hebben de knarsende wielen gemaakt.

Ik brak vanmorgen mijn tandenborstel opzettelijk

in zessen en keek naar two young blondes havin’ a good good

time
ik liet Prometheus een plant water geven en leerde hem veelheid=

bescheidenheid

ik liep met Prometheus door een weiland en wees hem de plas waarin de kalende
ster drijft

omdat aangelegenheden en voorvallen ieder [afzonderlijk] zonder enige

regelmaat en samenhang optreden en door elkaar lopen en omdat ze in het schrilste contrast tot elkaar staan
en niets gemeenschappelijks hebben brak ik mijn tandenborstel precies
in zes gelijke stukken en begroef de stukken los van elkaar op het terrein van een boer zonder

kinderen


III

Alleen fascisten spreken zichzelf nooit tegen, zeg je en drinkt je Slurpee.

Terwijl Aldo Raine een hakenkruis in het hoofd van Hans Landa kerft denk ik

de atleet vertrouwt zijn sprong

Op 19 februari 2011 mail je me: fragmenten vervelen me. Wij lezen al zo lang
fragmenten. Waar is de ronde gezondheid van het vuur?

(smelt de tafelen, stook het woord op)

@Gruweletser D. Labruyère: het is weer een van die dagen waarop iedereen er gelukkig uitziet, iedereen is goddelijk. Of iedereen is een monster, ook dat is goed mogelijk. Het einde van Dogville is echt ziek. Ze maakt iedereen af, iedereen. Geweldig. Over Nietzsche en medelijden zal ik het niet hebben, ik weet dat je namedropping niet uit kunt staan. Ik denk, om terug te komen op je vraag, dat de nadelen van eenzaamheid niet

opwegen tegen die van het sociale leven. Ik ben geen democraat, ik wil alle woorden eten omdat ik bijna goddelijk ben, maar nog niet totaal. BIJ OVERDRACHT VAN HET ENE NAAR HET ANDERE SYSTEEM IS HET NOODZAKELIJK ALLE AANNAMES OVER DE ONDERLIGGENDE HARDWARE ACHTER WEGEN TE LATEN. Leven is dingen leuk vinden.

IV
Er zijn verstuivingen en viaducten die ik nooit zal zien. Ook al probeer ik alle verstuivingen en alle viaducten te zien, nooit zal ik alle verstuivingen en viaducten kunnen zien. Het zijn er te veel.

Maarten van der Graaff


Ik koos dit gedicht omdat ik de aantrekkingskracht van de atleet die springt belangrijk vind. Belangrijk voor wie zit te tobben over gedichten, maar eigenlijk ook voor havenarbeiders en degenen die werken in de naschoolse opvang. Ons denken en schrijven is voor een groot deel geënt op het lezen van allerlei stukken tekst, het is gewend raken aan fragmentatie en vertwijfeling. Aan de leugen en de diefstal. Ik vroeg mij af wat het aantrekkelijke is aan de sprong van de atleet, in een stadion (volle zon). De aanloop, de bolling van de spieren? Is het de wilskracht? Ik denk dat de eenheid van zijn handeling ons op een onmiddellijke manier in vervoering brengt. Maar bovenal vermoed ik dat wij de volledigheid ervan bewonderen: de atleet vertrouwt zijn sprong.’

Maarten van der Graaff (1987) debuteerde met gedichten in het tijdschrift nY
. Hij exposeerde gedichten samen met de beeldend kunstenaar Daniel Labruyère in de Rotterdamse Singersweatshop. Hij studeert religie en kunst aan de Universiteit van Utrecht en is verbonden aan Vooys. Hij blogt op http://maartenvandergraaff.blogspot.com.

Geen opmerkingen: