woensdag 17 december 2014

Zaterdag 20 december 2014: Presentatie Acedia - de vijfde dichtbundel van Erik Lindner

Met: Erik Lindner, Jan Baeke, Jaap Blonk, Mustafa Stitou, Hélène Gelèns, Suzanne Holtzer, Dimitri van Zeebroeck & Jeroen Dera

Erik Lindner debuteerde in 1996 bij uitgeverij Perdu met Tramontane. Nu is er een vijfde dichtbundel, Acedia: 34 nieuwe gedichten die zijn aangevuld met een keuze uit zijn eerdere bundels.
De acedia noemde Walter Benjamin de indolentie van het hart, die versaagt het echte historische beeld, dat vluchtig oplicht, te bemachtigen. In de bundels van Erik Lindner duikt het begrip acedia telkens op als bestemmingsoord, toestand of ervaring van de werkelijkheid.
Op deze feestelijke presentatie zal hoofdredacteur Suzanne Holtzer van De Bezige Bij een inleiding houden. Criticus Jeroen Dera geeft een lezing over de bundel. Dichters Jan Baeke, Jaap Blonk, Hélène Gelèns en Mustafa Stitou zullen voorlezen. En er wordt een korte film vertoond van Dimitri van Zeebroeck gebaseerd op een gedicht van Erik Lindner.
Erik Lindner publiceerde na zijn debuut bij De Bezige Bij de dichtbundels Tong en trede (2000), Tafel (2004) en Terrein (2010), en de roman Naar Whitebridge (2013). In Duitse vertaling van Rosemarie Still verscheen Nach Akedia (Matthes & Seitz Berlin, 2013), in Italiaanse vertaling van Pierluigi Lanfranchi verscheen Fermate Provvisoria (CFR edizioni, 2013). Hij is redacteur van de tijdschriften Revisor en Terras.

“Uiterst opmerkzaam maar gelaten lukt het Lindner iedere keer weer het eenvoudige met het ingewikkelde samen te laten vloeien tot nieuwe, dagende inzichten.” (Andreas Langenbacher in Neue Zürcher Zeitung, 28 juni 2014)

“Erik Lindner slaagt er niet alleen in onze patronen van taal en waarneming te doen kantelen, het lukt hem ook de zintuigen aan te scherpen voor wat mogelijk is.” (Nico Bleutge in Süddeutsche Zeitung, 8 oktober 2013)

“De gedichten van Erik Lindner gaan uiteindelijk altijd, wat het onderwerp ook is, over geluk.” (Ulf Stolterfoht in het nawoord van Nach Akedia)

“Lindners grote kracht is ook nog, mede dank zij zijn parlando, dat alles in eerste instantie vanzelfsprekend overkomt. Hij is in staat, en dat is een van de voorwaarden voor geslaagde poëzie, een autonome wereld op te roepen.” (Albert Hagenaars, Haagsche Courant)

Deur open: 20.00 uur
Entree: gratis

zondag 7 december 2014

Vrijdag 12 december 2014: To aesthetic freedom

Exploring the potential of aesthetic experience to transform common experience, an effect we may call political.

Met: Marcus Düwell, Cheng Ran, Stéphane Mallarmé's 'Un Coup de Dés' & Anne-Bénédicte Lebeau
Voertaal: Engels


Tout se résume dans l’Esthétique et l’Économie politique.
Everything comes down to Aesthetics and Political Economy.
- Stéphane Mallarmé, La musique et les lettres, 1895.


It seems our world only matters when it can be instrumentalized and invested. In our quest to determine the order of things, we tend to reduce our world to structures of efficiency, functionality and rationality.

This evening will muse over aesthetic freedom; how aesthetic forms create experiences that practical and theoretical realms cannot offer. Rather than demanding aesthetic experience to serve political aims, the evening intends to explore the potential of aesthetic experience to transform common experience, an effect we may call political.

The programme will consist of a musical recital of Stéphane Mallarmé’s ‘Un Coup de Dés' (1897) by Anne-Bénédicte Lebeau, a lecture on aesthetic freedom by Marcus Düwell, and video/film by Cheng Ran.

Deur open: 20.00 uur
Entree: 7 / 5 euro (met kortingskaart)
Reserven via website Perdu

dinsdag 2 december 2014

zaterdag 6 december 2014: Weg van Damascus

Over en met de Syrisch-Palestijnse dichter Ghayath Almadhoun

Met: Ghayath Almadhoun, Joost Baars, Uitgeverij Jurgen Maas, Thomas Möhlmann, Tsead Bruinja, Annemieke Gerrist & Djûke Poppinga


De Syrisch-Palestijnse dichter Ghayath Almadhoun kwam tweemaal naar Nederland voor het internationale literatuurfestival Read My World: in 2013 om zijn poëzie te introduceren en in 2014 om de presentatie van de dichtbundel Weg van Damascus te vieren. Onder die titel verscheen een keuze uit zijn poëzie, vertaald door Djûke Poppinga, uitgebracht door Uitgeverij Jurgen Maas. Joost Baars schreef een nawoord bij het werk.
 ‘Zijn poëzie is doortrokken van het diepgewortelde schuldgevoel van een jonge intellectueel die zijn geboorteland heeft verlaten, en getuigen van wat er in het leven van een Syriër alomtegenwoordig is: oorlog, geweld, destructie en dood. Daarbij weet Almadhoun vaak een opmerkelijk lichte toon aan te slaan, wat zijn getuigenis tegelijk nog indringender maakt en ons met nieuwe ogen leert kijken naar de beelden in het nieuws. Want we denken dat we op het journaal en in de krant kunnen zien wat er gebeurt in de wereld, maar het gebeurt niet met ons.’ (Joost Baars)

Ghayath Almadhoun werd geboren in het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmouk in Damascus als zoon van een Palestijnse vader en een Syrische moeder. Hij studeerde Arabische literatuur aan de universiteit van Damascus en werkte als cultureel journalist. Samen met Lukman Derky richtte hij in 2006 in de Syrische hoofdstad 'Bayt al-Qasid' op, het 'Huis van de Poëzie'.

‘Weg van Damascus is het werk van een heel grote dichter. Niet omdat het “actueel” is, hoewel het dat óók is. Maar wat er nu in Syrië gebeurt, is elders eerder gebeurd, en zal ook in de toekomst meer gebeuren. En Almadhoun spreekt erover met een poëtische stem die alle politiek, alle toe-eigeningen en alle oorlogen zal overleven.’ (Joost Baars)

Na twee wervelende optredens is Ghayath Almadhoun opnieuw in Nederland, deze keer in Perdu. Hij zal uit zijn eigen werk voordragen en in gesprek treden met Joost Baars. Thomas Möhlmann, Annemieke Gerrist en Tsead Bruinja dragen hun favoriete gedichten uit Weg van Damascus voor en brengen ook eigen werk ten gehore.


Deur open: 20.00 uur
Entree: gratis
Reserveren via website Perdu


Bekijk hier een gesprek dat Frénk van der Linden in Kamp Westerbork had met Ghayath Almadhoun, voor het NCRV televisieprogramma Altijd Wat.

En bekijk hier een poëziefilm die Almadhoun maakte samen met de Zweedse dichter Marie Silkeberg.

En hier het openingsgedicht uit Weg van Damascus:

    Hoe ik een dichter werd

    Haar verdriet viel van het balkon en brak. Ze kreeg behoefte aan een nieuw verdriet. Toen ik met haar naar de markt ging, bleken de prijzen van verdriet onwaarschijnlijk hoog, dus adviseerde ik haar een tweedehands verdriet te kopen. We vonden een verdriet dat in goede staat verkeerde, het was alleen een beetje groot. Het had aan een jonge dichter toebehoord, die die zomer zelfmoord had gepleegd, vertelde de handelaar ons. Het verdriet beviel haar wel en we besloten het te nemen. Maar we waren het niet eens met de prijs, dus zei de handelaar dat hij er, als we het verdriet zouden kopen, gratis een pakketje leed uit de jaren zestig bij zou geven. We stemden in met zijn voorstel en ik was blij met het extra leed, waarop we niet hadden gerekend. Toen ze merkte hoe gelukkig ik ermee was, zei ze: ‘Je mag het hebben.’ Ik deed het leed in mijn tas en we gingen op weg. Die avond schoot het me weer te binnen. Ik haalde het uit mijn tas en bekeek het van alle kanten. Het was van hoge kwaliteit en verkeerde in goede staat, hoewel het al een halve eeuw was gebruikt. Kennelijk had de handelaar geen idee van de waarde gehad, anders had hij het ons vast niet gegeven in ruil voor de aanschaf van het onbeduidende verdriet van een jonge dichter. Wat me vooral tevreden stemde, was dat het existentieel leed was, dat bovendien uiterst professioneel in elkaar was gezet, met prachtige, bijzonder verfijnde details. Het had vast toebehoord aan een geleerde of een ex-gevangene. Ik begon het te gebruiken en zo werd de slapeloosheid mijn dagelijkse metgezel en werd ik een voorstander van de vredesbesprekingen. Ik ging niet meer op bezoek bij mijn naasten, het aantal memoires in mijn boekenkast groeide en ik uitte nog maar zelden mijn mening. Mensen werden me dierbaarder dan het vaderland en ik begon me te vervelen. Maar wat ik vooral opmerkelijk vond, is dat ik een dichter werd.

© Uitgeverij Jurgen Maas